e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raaskallen bazelen: bazele (Lutterade, ... ), wauwelen: wauwele (Lutterade) onzin praten, raaskallen [revelen, raaskallen, wauwelen, lullen, bazelen] [N 87 (1981)] || revelen [SGV (1914)] III-3-1
raden raden: roa e (Lutterade) raden (ww.) [SGV (1914)] III-1-4
radio radio: radio (Lutterade) een radio-ontvangtoestel [radio] [N 90 (1982)] III-3-1
rafel franjel: fraanjel (Lutterade), frānjǝl (Lutterade), rafel: ruffel (Lutterade), røfǝl (Lutterade) Hoe noemt U een rafel? [N 62 (1973)] || Rafelige plek in een weefsel. [N 62, 45b; MW] II-7, III-1-3
rafelen rafelen: ruffele (Lutterade, ... ) aan de rand uiteenvallen in afzonderlijke draden, het loslaten van draden, gezegd van weefsel [rafelen, raffelen, reffelen, riefelen] [N 86 (1981)] || Hoe zegt U: de stof zal rafelen? [N 62 (1973)] || rafelen [SGV (1914)] III-1-3
ragebol stuiverd: štyvərt (Lutterade) raagbol [SGV (1914)] III-2-1
rails rails (<eng.): reels (Lutterade), rils (Lutterade) de staven waarop een trein loopt [rails, riels, riggels] [N 90 (1982)] III-3-1
ramen lappen lappen: lappen (Lutterade) Ramen schoonmaken met behulp van spons en zeem (zemen, lappen, kuisen) [N 79 (1979)] III-2-1
rammelaar rammelaar: rammelear (Lutterade) Het speeltuig voor heel jonge kinderen, dat bestaat uit een holle bol met een handvat waarin zich één of meer losse balletjes bevinden [rammelaar, rammel, klater]. [N 88 (1982)] III-3-2
rammelen rammelen: rammele (Lutterade), rammelen (Lutterade) een onwelluidende, trillende klank voortbrengen, gezegd van loszittende voorwerpen die in beweging gebracht worden [rammelen, rotelen] [N 91 (1982)] III-4-4