e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voetgebeden voetgebeden: vootgebeaje (Lutterade) De gebeden aan de voet van het altaar, de voetgebeden. [N 96B (1989)] III-3-3
vogel op de schutsboom vogel: vogel (Lutterade) De houten vogel die afgeschoten moet worden. [N 88 (1982)] III-3-2
vogel, algemeen vogel (enk.): vogel (Lutterade), vogel (mv.): veugel (Lutterade) vogel [SGV (1914)] || vogels [SGV (1914)] III-4-1
vogelmelk vogelmelk: vogelmilk (Lutterade) Vogelmelk (ornithogalum umbellatum 10 tot 30 cm groot. De bladeren zijn wortelstandig, smal, plat, en wit gestreept; de bloemen bevinden zich in een schermvormige tros met afstaande steeltjes, het bloemdek is 6-bladig, van binnen wit, van buiten groen m [N 92 (1982)] III-4-3
vogelmest vogelmest: vogelmes (Lutterade) vogelmest (douane) [N 83 (1981)] III-4-1
vogelpootje, serradelle serradelle: sǝrdɛl (Lutterade) Ornithopus sativus Brot. Een 30 tot 60 cm hoge plant met rechtopstaande stengel, veervormige blaadjes en roze-witte bloempjes. De plant bloeit van juni tot de herfst en wordt vooral op zandgonden als bemestingsgewas, maar ook als veevoeder geteeld. [N Q, 3; N 11A, 29c; JG 1a, 1b; R 3, 29; monogr.] I-5
vogeltje dat nog niet kan vliegen pieper: pieper (Lutterade) een jonge vogel die nog niet kan vliegen (kakjong) [N 83 (1981)] III-4-1
vogelverschrikker vogelverschrikker: vogelverschrikker (Lutterade) kruis met lappen in de gedaante van een pop om vogels af te schrikken [DC 26 (1954)] I-7
voile voile: voǝl (Lutterade), voile (fr.): voal (Lutterade), voilettetje (<fr.): veletje (Lutterade) lichte sluier die van een dameshoed afhangt [voile, vool, voel] [N 86 (1981)] || Wijdmazig makko, wollen of zijden weefsel in effen binding voor japonnen en gordijnen (Van Dale, pag. 3269). [N 62, 75f; N 62, 82; N 62, 75e; N 62, 81b; N 62, 98] II-7, III-1-3
volk (natie) volk: vouk (Lutterade) de gezamenlijke bewoners van een staat [volk, natie, diet] [N 88 (1982)] III-3-1