e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wapen wapen: woape (Lutterade) een voorwerp dat bestemd is om iemand letsel toe te brengen of zich ermee te verdedigen [wapen, wapie] [N 90 (1982)] III-3-1
wapenschild schild: sjildj (Lutterade) een bord waarop een wapen [bijv. van een legeronderdeel] geschilderd is [schild, wapie] [N 90 (1982)] III-3-1
warm weerx warm (weer): werm (Lutterade), zwoel (weer): sjweul (Lutterade) warm [SGV (1914)] || warm, gezegd van het weer [smoel] [N 81 (1980)] III-4-4
was was: wesch (Lutterade) wasch [SGV (1914)] III-2-1
wasbord wasbred: weschbread (Lutterade), wésjbred (Lutterade) de plank waarover gegolfd zink geslagen is, waarop men vuil goed wast (troffel, roefel, wasbord) [N 90 (1982)] III-2-1
wasdraad wiekdraad: weekdroad (Lutterade) De in was gedrenkte draad, gebruikt om kaarsen aan te steken [spintlicht?]. [N 96B (1989)] III-3-3
waslokaal bad: bad (Lutterade  [(Maurits)]   [Maurits]) Ruimte waarin de mijnwerker dagelijks na gedane arbeid zich waste of waarin men elkaar de rug waste. Zie ook het lemma Onder De Douche Staan. [N 95, 8; monogr.; N 95, 71] II-5
wasserij wasserij: wɛšǝri (Lutterade  [(Maurits)]   [Maurits]) Plaats waar de kolen gewassen worden. Het wasproces heeft tot doel de stenen van de kolen te scheiden. [N 95, 13; Vwo 472; Vwo 851; Vwo 852; monogr.] II-5
wastafeltje in de sacristie fonteintje: t fonteintje (Lutterade) Het wastafeltje of fonteintje in de sacristie, lavabo. [N 96A (1989)] III-3-3
waterdamp, wasem damp: damp (Lutterade) Zichtbaar gasmengsel dat bij het koken van water opstijgt (damp, blaak) [N 79 (1979)] III-2-1