22616 |
nieuwjaar wensen |
verrassen:
verasje (Q016p Lutterade)
|
Nieuwjaar wensen, Nieuwjaar winnen, afwinnen. [N 96C (1989)]
III-3-2
|
19052 |
nieuws |
nieuws:
nuuts (Q016p Lutterade, ...
Q016p Lutterade)
|
een bericht over iets dat nog onbekend was [nets, nieuws] [N 85 (1981)] || nieuws [SGV (1914)]
III-3-1
|
19010 |
nieuwsgierig |
nieuwsgierig:
nuschieerig (Q016p Lutterade)
|
nieuwsgierig [SGV (1914)]
III-1-4
|
19177 |
nieuwsgierigaard |
gaaplummel:
gaaplemmel (Q016p Lutterade)
|
iemand die alles nieuwsgierig bekijkt [gaper] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18020 |
niezen |
niesten:
neeste (Q016p Lutterade)
|
niezen, proesten [SGV (1914)]
III-1-2
|
21401 |
niks waard |
niks waard:
wêrd (Q016p Lutterade)
|
waard (dat is niets ~) [SGV (1914)]
III-3-1
|
20504 |
nippen |
keuren:
kaore (Q016p Lutterade),
pitsen:
pitsje (Q016p Lutterade)
|
Hoe noemt U: Met kleine beetjes drinken (pisen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
30213 |
nok |
vorst:
vēš (Q016p Lutterade)
|
De bovenste liggende balk in het dakgebint waartegen de kepers rusten. De nokgording heeft doorgaans een doorsnede van 9,5 x 9,5 cm. Onder nok of vorst verstaat men ook dikwijls het hoogst gelegen gedeelte van een dak, de dakbedekking inbegrepen. Zie ook het lemma 'ruiter' en afb. 49j en 85. [S 41; N 32, 43d; N 54, 161; L 8, 66a; L 12, 9; L B1, 169; monogr.; div.; Vld.]
II-9
|
19455 |
noodbed, kermisbed |
paljas:
paljas (Q016p Lutterade)
|
Bed dat in tijd van nood op de grond wordt opgemaakt (kermisbed, paljas, paljas parterre) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
24007 |
nooddoop |
nooddoop:
noadduip (Q016p Lutterade)
|
Een nooddoop, gadoop, geedoop [jieëdoof]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|