23908 |
zielenheil |
zielenheil:
zealeheil (Q016p Lutterade)
|
Het zieleheil. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
17783 |
zien, kijken |
kijken:
kieke (Q016p Lutterade),
zien:
zeen (Q016p Lutterade)
|
kijken [SGV (1914)] || zien [SGV (1914)]
III-1-1
|
23427 |
zijaltaar |
zijaltaar:
de ziejeljter (Q016p Lutterade),
zie eljter (Q016p Lutterade, ...
Q016p Lutterade)
|
In een zijbeuk [zijaltaar?]. [N 96A (1989)] || Op het priesterkoor [zijaltaar?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23354 |
zijbeuk |
zijbeuk:
de ziebeuk (Q016p Lutterade),
de ziebeuke (Q016p Lutterade),
zijschip:
ziesjeep (Q016p Lutterade)
|
De beide zijruimten, links en rechts van het middenschip [zijbeuken?]. [N 96A (1989)] || In een zijbeuk [zijaltaar?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
17644 |
zijde |
zij:
zie (Q016p Lutterade),
zij(de):
zi (Q016p Lutterade)
|
Natuurprodukt dat wordt verkregen bij het afwikkelen van de cocons waarmee het zijderupsje zich omhult totdat het zich ontpopt tot vlinder (Morand, pag. 58). Het is de grondstof voor weefsels. [N 62, 79a; N 62, 75c; N 59, 201; L 8, 117; MW; monogr.] || Zijde, flank: de zijkant van de buik tussen onderste ribben en heup (zijde, lank, flank) [N 84 (1981)]
II-7, III-1-1
|
23359 |
zijkapel |
zijkapel:
ziekapel (Q016p Lutterade)
|
Elk van beide zijkapellen van een kruiskerk. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
34580 |
zijladder |
ledders:
lødǝrǝ (Q016p Lutterade)
|
Ladderachtige zijkant van de hooikar. De zijladder bestaat uit een aantal sporten, die twee ladderbomen verbinden. Een gedeelte van dit materiaal werd al behandeld in wld I.3, maar wordt hier volledigheidshalve herhaald en aangevuld. [N 17, 12a + 30b + 40 + 46b + add; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 1d; A 26, 2a; Lu 4, 2a; monogr.]
I-13
|
23804 |
zijn pasen doen |
de pasen houden:
de poasche hauwe (Q016p Lutterade)
|
De Paascommunie doen [de oeëster hauwe]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23805 |
zijn pasen houden |
de pasen houden:
de Paosje hawte (Q016p Lutterade)
|
Zijn Paasplicht vervullen, zijn Pasen houden, d.w.z. in de Paastijd, rond Pasen te biecht en te Communie gaan [ziene paose ha.lde, zien Paoskemunie doon]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23360 |
zijpad |
zijpad:
t ziepaad (Q016p Lutterade),
ziepaat (Q016p Lutterade)
|
Elk van beide zijgangen [zijpad?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|