e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kruizeel help: hɛlǝp (Maasbracht) Riem die om de schouders gelegd wordt en aan de berries van de kruiwagen wordt vastgemaakt om het werk van de voerder te verlichten. Zie ook het lemma kruizeel in wld II.9. [N 18, 99, 100; JG 1a; JG 1b; JG 2a; JG 2b; JG 2c; L B, 90; L 35, 31; A 42, 16; monogr] I-13
krullen krullen: krolle (Maasbracht), krolle make (Maasbracht) het haar krullen (krullen maken) [ZND 29 (1938)] || krullen [SGV (1914)] III-1-1
krullen (ww.) krullen: het hoar krolle (Maasbracht), krullen maken: krolle make (Maasbracht) het haar krullen (krullen maken) [ZND 29 (1938)] III-1-1
kuchen hoesten: hooste (Maasbracht, ... ), kuchen: kūche (Maasbracht) kuchen [SGV (1914)] || zachtjes hoesten, kuchen [ZND 29 (1938)] III-1-2
kuif kruif: kruuf (Maasbracht) kuif [N 10 (1961)] III-1-1
kuifleeuwerik leeuwerik: lieeuwerik (Maasbracht) Hoe heet de kuifleeuwerik? [DC 06 (1938)] III-4-1
kuiken kuiken: kȳkǝ (Maasbracht) Jong van een kip. [A 6, 1d; Wi 4; RND 1; L 6, 20a; L 42, 32; JG 1a, 1b, 2c; S 14; Gwn 5, 15; Vld.; monogr.] I-12
kuil kuil: kūl (Maasbracht) Een kuil, gat in de grond. [L 29, 12a; L 1a-m; monogr.] I-8
kuiltje (in de kin / wangen) kuiltje: kuulke (Maasbracht, ... ), kuulke inne kin (Maasbracht) Een dergelijk deukje in de kin? [DC 21 (1952)] || een kuiltje in de kin [ZND 29 (1938)] III-1-1
kuip kuip: kȳp (Maasbracht) In het algemeen een wijd vat, meestal van hout, van boven open en daar ook iets wijder dan aan de onderzijde. [N E, L; S 19; L 1a-m; L 17, 18a; monogr.] II-12