24468 |
beukennootje |
beuk:
-
beuk (L377p Maasbracht),
beukennootje:
-
beukeneutjes (L377p Maasbracht)
|
beukennootje [DC 39 (1965)]
III-4-3
|
20180 |
bevallen |
het levenslicht schenken:
het lèvesleech schinke (L377p Maasbracht)
|
levenslicht [een kind het ~ schenken] [SGV (1914)]
III-2-2
|
19259 |
bevel |
bevel:
bevel (L377p Maasbracht, ...
L377p Maasbracht)
|
bevel [SGV (1914)]
III-1-4, III-3-1
|
19258 |
bevelen |
bevelen:
(mwvn).
bevèle (L377p Maasbracht, ...
L377p Maasbracht,
L377p Maasbracht,
L377p Maasbracht)
|
bevel [SGV (1914)], [SGV (1914)]
III-1-4, III-3-1
|
33361 |
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal |
stort:
stǫrt (L377p Maasbracht)
|
De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c]
I-6
|
25573 |
bewerken van het deeg op de werktafel |
doorslaan:
dōrslǭn (L377p Maasbracht)
|
De vraagstelling van N 29, 30b was: Welke bewerking ondergaat het deeg hier (op de werktafel): 1. platkloppen. 2. droogwerken. 3. doorslaan, 4. nog andere bewerkingen? Deze vraagstelling heeft de informanten toch wel problemen bezorgd bij de invulling. Woordtypen uit groep 4 en uit groep 1, 2 en 3 die per se iets anders aanduiden dan "platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan", zijn naar de desbetreffende lemmata overgebracht. In dit lemma zijn vooral de synoniemen van ..platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan" verwerkt. De voorrijs wordt beëindigd door de doorslag. Wanneer het deeg in de trog ligt, wordt het met de hand in stukken verdeeld, die gevouwen en gekneed worden, zodat het grootste gedeelte van het gevormde koolzuurgas en de gevormde alcohol eruit verwijderd worden (Schoep blz. 97). Door de doorslag wordt echter ook de kleefstof weer in aanraking ge-bracht met nieuw, ongebonden water, waardoor de nazwelling van de kleefstof bevorderd wordt. Hierdoor wordt het deeg droger (Schoep blz. 98). [N 29, 30b; N 29, 34; monogr.]
II-1
|
25231 |
bewolking |
lucht:
Nb. oo-kort uitgesproken, maar geen o van bv. lot!
de loocht (L377p Maasbracht)
|
bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25107 |
bewolkte lucht |
bewolkte lucht:
de lŏch is bewolkjt, doe zuus gein sterre (L377p Maasbracht),
overtrokken lucht:
de locht is euvertokke, doe zuus gein sterre (L377p Maasbracht)
|
Hoe zegt men in uw dialect: De lucht, de hemel is bewolkt, je ziet geen sterren. [DC 30 (1958)]
III-4-4
|
19613 |
bezem |
bessem:
bɛsǝm (L377p Maasbracht),
bezem:
bēͅsəm (L377p Maasbracht),
bèsëm (L377p Maasbracht),
bɛsəm (L377p Maasbracht),
Zie tekening : 1 (links)
bessem (L377p Maasbracht),
Zie tekening: 1 (links)
bèssem (L377p Maasbracht)
|
bezem [RND], [SGV (1914)] || bezem (soorten) [DC 15 (1947)] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b]
I-4, III-2-1
|
19729 |
bezemsteel |
steel:
stēl (L377p Maasbracht)
|
bezemsteel [RND]
III-2-1
|