e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

Gevonden: 3406
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zuigen zuiken: zoeke (Maasbracht), zōēke (Maasbracht, ... ), zūkə (Maasbracht) limonade door een rietje zuigen [DC 35 (1963)] || zuigen [DC 38 (1964)] || zuigen [suuke, snekke] [N 10 (1961)] III-2-3
zuinig zuinig: zunig (Maasbracht) zuinig [SGV (1914)] III-3-1
zure haring haring: hīēring (Maasbracht) rolmops; Hoe noemt U: Een haring in het zuur (rolmops) [N 80 (1980)] III-2-3
zure oprisping zooi: de zaonj brantj mich  zaonj (Maasbracht), zuur: t zoer hubbe (Maasbracht), t zōēr (Maasbracht), zoer (Maasbracht), t zoer brandj mich"{het zuur brandt)  zoer (Maasbracht) Hoe noemt u het zure deel van het maagsap, dat wel eens naar boven komt? [DC 47 (1972)] || oprisping hebben gepaard gaande met een zure smaak in de mond [opzuure] [N 10 (1961)] || oprisping, een zure oprisping [de vuilen opbot, zooj, zuur] [N 10a (1961)] III-1-2
zuring, groente zuurmoes: zoermoos (Maasbracht) Zuring die als groente wordt gekweekt [N 14 (1962)] I-7
zuster zuster: zùster (Maasbracht) zuster [haar] [SGV (1914)] III-2-2
zuur oprispen het zuur hebben: t zoer hubbe (Maasbracht) oprisping hebben gepaard gaande met een zure smaak in de mond [opzuure] [N 10 (1961)] III-1-2
zuurdeeg zuurdeeg: zurdęjx (Maasbracht) Door gisting verzuurd deeg, gebruikt als rijsmiddel om nieuw brood te maken. Het is overschot van het deeg dat de vorige keer is gebakken. Met zuurdeeg wordt roggebrood gebakken, terwijl voor witbrood brouwersgist wordt gebruikt. Het zuurdeeg wordt in een bepaalde vorm, meestal broodvorm, gekneed en aan de bovenkant van een gaatje voorzien waarin een handvol zout wordt gedaan. Ook maakt men met de vinger wel eens een kruisje waarop men dan zout strooit. Tot de volgende bakdag wordt het zuurdeeg in de baktrog of in een doek of pot of in de kelder bewaard. Voor het gebruik wordt de droge korst van het zuurdeeg afgesneden en de rest in warm water gebrokkeld en geweekt (Weyns blz. 45). [N 29, 23a; N 16, 75; N 29, 23b; L 1a-m; L 2, 21b; LB 2, 236; OB 2, 4; OB 2, 6; JG 1b add.; S 6; S 6 add.; monogr.] II-1
zuurdesem zuurdeeg: zoerdeig (Maasbracht) Zuurdeeg, gebruikt i.p.v. gist (heevel?) [N 16 (1962)] III-2-3
zuurkool kappesmoes: kappesmoos (Maasbracht), zuurmoes: zoermoos (Maasbracht) zuurkool [SGV (1914)] || Zuurkool (zoerkolle, suuremoes?) [N 16 (1962)] III-2-3