25089 |
afscheuren, afritsen |
afscheuren:
aafschóre (L267p Maasbree)
|
afscheuren [rippen, afritsen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
30599 |
afschilderverf |
aflakverf:
āflak˲vɛrǝf (L267p Maasbree)
|
Algemene benaming voor verf waarmee wordt afgeschilderd. De verflaag die op deze wijze wordt verkregen, wordt in Q 71 'eindlaag' ('ęjntlǭx') genoemd. Bij buitenschilderwerk wordt als afschilderverf meestal glanzende loodwitverf maar ook wel Japanlak gebruikt, bij binnenschilderwerk daarentegen glanzende of matte zinkwitverf of Japanlak (Zwiers I, pag. 23). [N 67, 19a]
II-9
|
33485 |
afslaan, van noten |
afhouwen:
Venlo e.o.
afhauwe (L267p Maasbree),
houwen:
WLD
hauwe (L267p Maasbree)
|
Noten afslaan (boeken, beuken slaan, rammelen, sloesteren). [N 82 (1981)]
I-7
|
30671 |
afsteekmes |
steekmes:
stē̜kmɛts (L267p Maasbree)
|
Werktuig voor het verwijderen van kalk- of waterverflagen en van opgeloste of afgebrande verflagen. Het vertoont dezelfde vorm als het plamuurmes, maar heeft een stugger blad. In Q 121 werd als afsteekmes een 'afgesleten spachtelmes' ('āfjǝšlē̜sǝ špaxtǝlm'ts') gebruikt. [N 67, 54c]
II-9
|
31055 |
afstijfselen |
aanpappen:
ānpapǝ (L267p Maasbree)
|
De zool en/of de rand met stijfsel insmeren. [N 60, 121b]
II-10
|
30791 |
afstoppen |
aanstoppen:
ānstǫpǝ (L267p Maasbree)
|
Een ruit met behulp van stopverf in de sponning vastzetten. [N 67, 90e]
II-9
|
25740 |
aftrekken |
bijsmeren met was:
bę̄jsmę̄rǝ met was (L267p Maasbree)
|
Het met was bestrijken van de schoen. [N 60, 134b]
II-10
|
21383 |
aftroggelen |
aftroggelen:
aaftroggele (L267p Maasbree),
afzetten:
aafzètte (L267p Maasbree)
|
listig of met bedrog iets van iemand weten te krijgen [troggelen, aftroggelen, uitschillen, affoefelen, aftruifelen, aftisselen, afstrepen, affutselen, afzetten] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
30946 |
afvalleer |
uitsnijsel:
uǝtsni-jsǝl (L267p Maasbree)
|
De snippers leer die overblijven van het uitsnijden van de pasklare stukken. [N 60, 48]
II-10
|
24848 |
afvallen van bladeren |
afvallen:
de blaar vallen aaf (L267p Maasbree),
ruizelen:
ruuzele (L267p Maasbree),
ruzelen (L267p Maasbree)
|
afvallen van bladeren [DC 48 (1973)]
III-4-3
|