| 24732 |
groei, wasdom |
groei:
Venlo e.o.
greuj (L267p Maasbree),
wasdom:
WLD
wasdom (L267p Maasbree)
|
Groei, wasdom, levenskracht in planten (tier, krots). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 17541 |
groeien |
groeien:
greuje (L267p Maasbree),
gruie (L267p Maasbree),
wassen:
wasse (L267p Maasbree),
wasǝ (L267p Maasbree)
|
De algemene benaming voor het groter worden van het gewas. Het oude Limburgse woord is wassen; zoals de kaart laat zien, komt de term groeien onder invloed van het Nederlands echter al in bijna heel Limburg voor. Aarden betekent eigenlijk "goed groeien, goede opbrengst laten verwachten", evenals (ge)dijen en tieren in het tweede deel van het lemma. De benaming struiken betekent "een struik vormen" in de uitdrukking "het koren is al goed gestruikt" (Q 111). De opgegeven antwoorden voor "dat gewas ''gedijt'' niet" staan achter in het lemma bijeen. [RND 124; L 32, 13; L 44, 45; monogr.; add. uit A 3, 16; L 4, 16; L A2, 374] || groeien: Groter worden: in grootte toenemen, gezegd van kinderen (groeien, wassen, profiteren). [N 84 (1981)]
I-4, III-1-1
|
| 24715 |
groeien, wassen |
groeien:
WLD
gruie (L267p Maasbree),
wassen:
Venlo e.o.
wasse (L267p Maasbree),
WLD
wasse (L267p Maasbree)
|
Groeien, in grootte toenemen, gezegd van bomen, planten, bloemen (groeien, wassen). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 25026 |
groen (kleur) |
groen:
grēūn (L267p Maasbree)
|
groen [SGV (1914)]
III-4-4
|
| 24594 |
groene berkentak |
rijs:
WLD m.v.
rīēs (L267p Maasbree)
|
Een groene berketak (berkemei). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 24466 |
groene bladluis |
meel:
meële (L267p Maasbree)
|
insectjes onder een blad, groen [DC 68 (1993)]
III-4-2
|
| 20778 |
groente |
groente:
Venlo e.o.
grunte (L267p Maasbree),
potage:
WLD
potazie (L267p Maasbree)
|
De gewassen die door mensen als voedsel worden gebruikt in het algemeen (groente, potazzie). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
| 33503 |
groente, algemeen |
groente:
Venlo e.o.
grunte (L267p Maasbree),
potazie:
WLD
potazie (L267p Maasbree)
|
De gewassen die door mensen als voedsel worden gebruikt in het algemeen (groente, potazzie). [N 82 (1981)]
I-7
|
| 20595 |
groenten bij elkaar zoeken |
bijeenschuimen:
beejein schuüme (L267p Maasbree),
zeumeren:
zeumere (L267p Maasbree)
|
Hoe noemt U: Groenten bij elkaar zoeken (moezelen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 21328 |
groentevrouw |
groentevrouw:
gruntevrouw (L267p Maasbree)
|
groentevrouw [SGV (1914)]
III-3-1
|