e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

Gevonden: 4847
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
anjelier flet: flet (Maasbree) [DC 17 (1949)] I-7
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) nagelbloem: -  nagelbloom (Maasbree), violet: -  flet (Maasbree) tuinanjer [DC 17 (1949)], [SGV (1914)] III-2-1
anker anker: anker (Maasbree) anker [SGV (1914)] III-3-1
anker, maat van 1/4 aam (39 l.) ankertje: enkerke (Maasbree) de maat die een inhoud aangeeft van ± 39 liter = 1/4 aam [anker, kannetje] [N 91 (1982)] III-4-4
antwoorden antwoorden: antwoorde (Maasbree, ... ) ten antwoord geven [antwoorden, anderen] [N 87 (1981)] III-3-1
appels van de boom schudden afschudden: Venlo e.o.  aafschödde (Maasbree) Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)] III-2-3
aprilgrap aprilmop: aprilmop (Maasbree) De onzinnige boodschap op 1 april [aprilvis, aprilzaad, zikkelzaad]. [N 88 (1982)] III-3-2
arbeid werk: werk (Maasbree), werken: wèrke (Maasbree) het werken, het arbeiden [foter, werk] [N 89 (1982)] III-3-1
are, maat van 100 m2 roede: nrooj (Maasbree), rooj (Maasbree) de maat die een oppervlakte aangeeft van 100 vierkante meter [are] [N 91 (1982)] III-4-4
aren lezen zomeren: zø̄mǝrǝ (Maasbree) Het oprapen en verzamelen van de achtergebleven aren op het veld. Het was vroeger gewoonte de aren die op het pasgemaaide en geoogste veld achterbleven, te laten liggen, zodat behoeftigen deze konden verzamelen. Het was een vorm van armenzorg. [N 15, 35; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 39, 40; Lu 3, 6; R [s], 31; R 3, 68; monogr.; add. uit A 23, 16.2] I-4