e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heupjicht gicht: gicht (Maasbree), ischias: isias (Maasbree) Ischias: ontsteking van de heupzenuw, heupjicht (geschot, steek(te), pleurijs). [N 84 (1981)] III-1-2
heuvel, kleine hoogte berg: berg (Maasbree), hoogte: hujegte (Maasbree), klif: kleëf (Maasbree), kop: d⁄r zit ⁄nne kop in (Maasbree), laag: līēg (Maasbree), verhoging: verhuuging (Maasbree) een kleine hoogte [hoogje] [N 91 (1982)] || heuvel, natuurlijke verheffing van de aardbodem, lager dan een berg [bult] [N 81 (1980)] || hoogte [SGV (1914)] || hoogte, vlak stuk land dat hoger gelegen is dat het omliggende land [verhoogsel] [N 81 (1980)] III-4-4
hevige slag slag: ⁄nne slaag (Maasbree) een hevige slag [klawats, klavets, klavans] [N 91 (1982)] III-4-4
hiel hak: hak (Maasbree, ... ) hak (van de voet) [SGV (1914)] || Het achterste gedeelte van de voet. [N 60, 168a] || hiel, hak [SGV (1914)] || voet: hak van de voet [vaesj, veers, hak] [N 07 (1961)] II-10, III-1-1
hiel [wld ii.10, p. 7] hak: hak (Maasbree) Het achterste gedeelte van de voet? (hiel?) [N 60 (1973)] III-1-3
hielpand hakpartij: hakparti (Maasbree), kwartier: kwartę̄r (Maasbree) Het gedeelte van het boventuig dat de achterkant van de voet, het achterste deel van de zijkant van de voet en de bovenkant van de wreef bedekt. Zie afb. 18. [N 60, 17; N 60, 28] II-10
hielpand [wld ii.10, p. 24] hakpartij: Links en rechts.  hakpartie (Maasbree), kwartier: Schoonreemgedeelte v.d. schoon.  kwarteer (Maasbree) Hoe noemt u het gedeelte van de schoen dat afgebeeld is op tek. 17? (hiel) [N 60 (1973)] || Kent u het woord kwartier? Hoe spreekt u het uit? Welk gedeelte van het bovenleer wordt hier precies mee bedoeld? [N 60 (1973)] III-1-3
hielpartij hakpartij: hakparti (Maasbree) Het gedeelte van de schoen achter het hol. [N 60, 168b] II-10
hielpartij [wld ii.10, p. 7] hakpartij: hakpartie (Maasbree) Alles van de schoen achter het hol? (hielpartij?) [N 60 (1973)] III-1-3
hielstuk van een schoen contrefort (fr.): contefor (Maasbree), hakstukje: hakstökske (Maasbree) Een stijf stuk leer tot meerdere stevigheid in de schacht aan de hielkant tussen leer en voering vastgekleefd (contrefort, hielstijf, bezetsel?) [N 60 (1973)] || Hielstukje? [N 60 (1973)] III-1-3