e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
honing honing: honeŋ (Maasbree) Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.] II-6
hoofd kop: kop (Maasbree), köp (Maasbree) hoofd [SGV (1914)] || hoofden [SGV (1914)] III-1-1
hoofdaltaar hoofdaltaar: haufaltaor (Maasbree), houfaltaor (Maasbree) Het voornaamste altaar, midden in het priesterkoor [hoogaltaar, hoofdaltaar, hoopaltooër?]. [N 96A (1989)] III-3-3
hoofddoek neusdoek: nuizek (Maasbree) hoofddoek [SGV (1914)] III-1-3
hoofdkaas hoofdvlees: huit-vleis (Maasbree), preskop: preskop (Maasbree) hoofdkaas [DC 30 (1958)] III-2-3
hoofdkussen kopkussen: koͅpkøͅsə (Maasbree) hoofdkussen [SGV (1914)] III-2-1
hoofdpijn koppijn: koppien (Maasbree) hoofdpijn [DC 27 (1955)] III-1-2
hoofdstel hoofdsel: høtsǝl (Maasbree) Stel van leren riemen op het hoofd van het paard als het ingespannen is. Het woordtype hoofdsel is vermoedelijk ontstaan uit hoofdstel. Loesj als simplex of als eerste lid van een samenstelling gaat terug op het Franse louche "schuin/scheel". [JG 1a, 1b, 1c, 2b, 2c; N 13, 17; R 3, 60; monogr.] I-10
hoofdwortel pen: Venlo e.o.  pen (Maasbree) De hoofdwortel van een boom die in het verlengde van de stam ligt en die sterk in de diepte groeit (pen, pin, penwortel). [N 82 (1981)] III-4-3
hoog varken hoge poten: (zo'n varken heeft) huǝx pȳt (Maasbree) Varken dat op hoge poten loopt. [N 76, 23; monogr.] I-12