e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inzet inzet: inzèt (Maasbree) de inzet door de verkoper gedaan om de prijs op te voeren op een veiling [schut, buurmansschut] [N 89 (1982)] III-3-1
inzet bij het spel pot: pot (Maasbree, ... ) Het geheel van wat door elk van de spelers in een partijtje op het spel gezet is [pot, zaad, zwik]. [N 88 (1982)] III-3-2
inzouten zouten: zaote (Maasbree), zoate (Maasbree) Wat is bij u de uitdrukking voor het inzouten van het vlees? [N 104 (2000)] || zouten (mv.?) [SGV (1914)] III-2-3
jaarduif jaarling: Algemene opmerking: deze vragenlijst is heel slecht ingevuld!  jäorling (Maasbree) een jonge duif van één jaar? [N 93 (1983)] III-3-2
jaarmarkt markt: mert (Maasbree, ... ) de markt die elk jaar op een vaste tijd wordt gehouden [foor, jaarmarkt] [N 89 (1982)] III-3-1
jachtschoen jachtenmolire (<fr.): jachtemoljaere (Maasbree), rijgbottine met zijsluiting: N60,207b: boutine, laars, laofer, mollières.  riëgboutine mèt ziesloëting (Maasbree) Hoe noemt men in het algemeen een vetleren schoen? [N 60 (1973)] || Hoe noemt u in het algemeen een schoen die op jacht gedragen wordt? [N 60 (1973)] III-1-3
jagen jagen: jage (Maasbree) voorttrekken van een trekschuit [jagen] [N 90 (1982)] III-3-1
jak jak: jak (Maasbree) jak [SGV (1914)] III-1-3
jaloers afgunstig: aafgunstig (Maasbree, ... ), āāfgunstig (Maasbree), jaloers: zjeloers (Maasbree) een andere om iets benijdend [jaloers, afgunstig] [N 85 (1981)] || jaloersch [SGV (1914)] III-1-4
jam gelei: gelei (Maasbree), jam: sjem (Maasbree) jam; Hoe noemt U: Gelei van met suiker gekookte, fijngemaakte vruchten, om op de boterham te smeren (jam, confiture) [N 80 (1980)] III-2-3