e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kraag kraag: kraagje (Maasbree), krègske (Maasbree) Kraagje (verkleinwoord). [DC 58 (1983)] III-1-3
kraagsteen hardsteen: ha.rtstęjn (Maasbree) Een in de muur gemetselde, uitstekende steen waarop het uiteinde van de latei rust. [N 32, 15c; monogr.] II-9
kraakbeen knoers/knors: knors (Maasbree) kraakbeen [SGV (1914)] III-1-1
kraaltjes kraaltjes: krɛlkəs (Maasbree) kraaltjes [RND] III-3-2
kraamverzorgster verpleegster: verpleegster (Maasbree) kraamverpleegster; gediplomeerde verzorgster moeder/kind [DC 12a (1943)] III-2-2
kraanvogel kroenekraan: [ e , klein geschreven, is vermoedelijk naslag-e ]  kroenekraan (Maasbree) kraanvogel [SGV (1914)] III-4-1
krabben kratsen: kratse (Maasbree) krabben [SGV (1914)] III-1-2
kralen van de rozenkrans kraaltjes: krelkes (Maasbree), kralen: kralle (Maasbree) De kralen van de rozenkrans [de kralle, krelkes, kraole, kräölkes?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kramer kramer: kriejemer (Maasbree) kramer [SGV (1914)] III-3-1
kramsvogel krammes: krammes (Maasbree) kramsvogel III-4-1