e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roepen kaken: kaake (Maasbree), roepen: roope (Maasbree), ropə (Maasbree), schreeuwen: schrîêve (Maasbree) op een luide manier iets mededelen, roepen [skriesen] [N 87 (1981)] || roepen [SGV (1914)] || roepen (geen context) [DC 38 (1964)] III-3-1
roeping roeping: reuping (Maasbree) Roeping. [N 96D (1989)] III-3-3
roepwoord voor de geit geit: gęi̯t (Maasbree) [N 19, 74e; VC 14, 2l r; L B2, 259e -263-; monogr.; N C, Q 111 add.] I-12
roepwoord voor de jonge geit liemes: limǝs (Maasbree) [N 19, 74f; VC 14, 2m -r-] I-12
roerdomp rietduiker: reetduuker (Maasbree) roerdomp III-4-1
roeren roeren: reuren (Maasbree), röre (Maasbree) roeren [DC 47 (1972)] III-2-3
roerstokje roerhoutje: rø̄rhø̜ltjǝ (Maasbree) Stukje hout voor het doorroeren van de verf. [N 67, 53c; div.] II-9
roest roest: roes (Maasbree, ... ), roest (Maasbree) roest [SGV (1914)] || roest, rood- of bruingele bedekking die aan de oppervlakte van ijzer en staal ontstaat door verbinding met zuurstof, vooral in een vochtige omgeving [roester] [N 81 (1980)] III-4-4
roesten roesten: roeste (Maasbree) roesten [SGV (1914)] III-4-4
roezemoezen roezemoezen: Van Dale: roezemoezen, 1. leven, geraas, getier maken; -2. (gew.) een dof, gonzend geluid maken; -3. met bedrijvige drukte en stommelend geluid allerlei kleine bezigheden verrichten, rommelen, scharrelen.  roezemoeze (Maasbree) roezemoezen [SGV (1914)] III-3-1