e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rouwsluier falie: falie (Maasbree), voile: foël (Maasbree) een rouwsluier, voile, falie [N 96D (1989)] III-2-2
roux saus: saus (Maasbree) Hoe noemt u het met vet of boter bruin gemaakt meel, dat dient om soep of groenten klaar te maken? [N 104 (2000)] III-2-3
royaal goedgeefs: goodgäfs (Maasbree), mild: mil (Maasbree), royaal (<fr.): royaal (Maasbree) gul [SGV (1914)] || ribbel (= gul, gezegd van een mens Kent u dit woord in de betekenis die er achter staat? [DC 26 (1954)] III-3-1
rozenbottel bottel: -  bottels (Maasbree, ... ), rozenknoop: roəzeknoep (Maasbree), timpelteer: eigen spellingsysteem  tepeltaese (Maasbree) rozenbottel [SGV (1914)] || rozenbottel (vrucht van de hondsroos: papetuutje, papetoet, hanekul, wepen, klokke, rozenbottel). [DC 60a (1985)], [N 92 (1982)] III-4-3
rozenhoedje rozenkrans: roeezekrans (Maasbree) Een Rozenhoedje (waarbij men 1 maal het bidsnoer langs gaat). [N 96B (1989)] III-3-3
rozenkrans paternoster: paternoster (Maasbree), rozenkrans: roezekrans (Maasbree) De rozenkrans, het bidsnoer [bid-vr-ons?]. [N 96B (1989)] III-3-3
rozijn pruimpje: Venlo e.o.  pruumke (Maasbree), rozijn: Venlo e.o.  reziën (Maasbree), WLD  rezīēn (Maasbree) Een gedroogde druif (rozijn, serzijn). [N 82 (1981)] III-2-3
rozijnenbrood krentenweg: krintenwek (Maasbree) wittebrood met krenten, rozijnen (en eventueel sucade) [DC 053A (1978)] III-2-3
rug croupon: croupon (Maasbree), kernleer: kɛrnlę̄r (Maasbree), rug: rök (Maasbree) Het gedeelte van de huid dat de rug bedekt. Zie afb. 1. [N 60, 3h; N 36, 6a] || rug [SGV (1914)] II-10, III-1-1
rugkant hef: hɛf (Maasbree), hing: heŋ (Maasbree) De rug of rugkant van een mes. [N 60, 175b] II-10