22372 |
schommelen |
bommelen:
boommele (L267p Maasbree),
schommelen:
schomele (L267p Maasbree)
|
Zich op een schommel heen en weer bewegen [ruien, touteren, sturen, knijen, koggen, boeizen, rijtakken, rijrepen, toetouteren, takkenijen, hoeierzen, beizen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21277 |
school |
school:
sxuəl (L267p Maasbree)
|
school [RND]
III-3-1
|
30616 |
schoolbordenverf |
schoolbordenverf:
sxuǝlbǫrdǝvɛrǝf (L267p Maasbree)
|
Speciale verfsoort die diepzwart opdroogt, een kalkdof, enigszins ruw oppervlak vertoont en bestand is tegen afwassen met water. [N 67, 29]
II-9
|
21425 |
schoolcijfer |
cijfer:
ciefer (L267p Maasbree),
punt:
punt (L267p Maasbree)
|
cijfer; Op een schoolrapport krijgt men voor verschillende vakken (een) .... [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
21427 |
schoolhoofd |
hoofd van de school:
hoof v.d. schoël (L267p Maasbree)
|
het hoofd van een lagere school [bovenmeester, bovenkoster] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21286 |
schoolkinderen |
schoolkinderen:
sxuəlkiŋər (L267p Maasbree)
|
schoolkinderen [RND]
III-3-1
|
21366 |
schoolopziener |
schoolopziender:
schoolopzinder (L267p Maasbree)
|
schoolopziener [SGV (1914)]
III-3-1
|
21426 |
schoolrapport |
getuigschrift:
getuugschrif (L267p Maasbree)
|
schoolrapport; Kent u een ander woord voor ....... [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
20354 |
schoondochter |
schoondochter:
schoëndochter (L267p Maasbree)
|
schoondochter [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20352 |
schoonmoeder |
schoonmoeder:
schoënmooder (L267p Maasbree)
|
schoonmoeder [DC 05 (1937)]
III-2-2
|