e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vangtouw vangtouw: vangtouw (Maasbree) Het touw aan de vangstok, waarmee men vanaf de grond of de stelling de vang kan bedienen. Zie ook afb. 51.9. [N O, 12q; N O, 12t; A 42A, 85; monogr.] II-3
vanzelfsprekend natuurlijk: natuurlijk (Maasbree), vanzelfsprekend: vanzellefspraekend (Maasbree) vanzelfsprekend, natuurlijk [ralik] [N 85 (1981)] III-1-4
varen (alg.) vaan: -  oͅvanen (Maasbree), varen: eigen spellingsysteem  varen (Maasbree) varen [DC 60a (1985)] || Varen, een exemplaar van de klasse van overblijvende sporendragende planten (varen, varink, portemonnaie, paddevaal, vaar, foezjéér, vlaander, hanekam) [N 92 (1982)] III-4-3
varken kuus: kus (Maasbree), varken: vɛrkǝ (Maasbree) Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s] I-12
varken met een doorgezakte rug zaalrug: zālrø̜k (Maasbree) [N 76, 19] I-12
varken met een te hoge rug kromme: kromǝ (Maasbree) [N 76, 18] I-12
varken met hangende oren duits landvarken: dø̜i̯ts laŋkvɛrkǝ (Maasbree) Varken van het ras dat hangende oren heeft. [N 76, 1a] I-12
varken met staande oren engels varken: eŋǝls vɛrkǝ (Maasbree), york: jǫrk (Maasbree) Varken van het ras dat staande oren heeft. [N 76, 1b] I-12
varken van acht tot twaalf weken scheuteling: sxø̄tǝleŋ (Maasbree) De benamingen duiden doorgaans op een big van acht tot twaalf weken. Het gewicht van dit varken varieert van ongeveer 30 kg tot ongeveer 50 kg. [N 19, 4a; N 76, 3c; N C, 9c; JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49b; L 37, 49e; L 3, 2b; L 1a-m; A 4, 4b; Gwn; monogr.; N C, add.; N 19, Q 111 add.] I-12
varken van drie tot vijf maanden mestvarken: mēsvɛrǝkǝ (Maasbree) Een halfvet varken van 50 tot 80 kg. Volgens het WNT (III, 1 p. 1460) is een broeiling een "speenvarken", eigenlijk een "varken geschikt om te broeien". Het gaat hier dus om een varken dat zo goed als slachtklaar is. [N 76, 3d; JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 19, 8; L 37, 49f; N 19, 4a; A 4, 4b; monogr.; N 19, Q 111 add.] I-12