e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wolschaap texelaar: (mv)  tɛksǝlē̜rs (Maasbree) Schaap van een ras dat vooral goed is voor de wol. [N 77, 1g] I-12
wonde wonde: wóng (Maasbree), wông (Maasbree) Wond: letsel, kwetsuur (blessure, wats, gorre). [N 84 (1981)] III-1-2
wonder wonder: wonger (Maasbree) wonder [SGV (1914)] III-3-3
wonderen doen wonderen doen: wôngere doon (Maasbree) Wonderen doen/verrichten. [N 96D (1989)] III-3-3
wonen wonen: woëne (Maasbree), wōēne (Maasbree) een nestje hebben, gezegd van vogels (nesten, wonen, houden) [N 83 (1981)] III-4-1
woonwagen woonwagen: woenwage (Maasbree), woënwage (Maasbree) De woonwagen van kermisklanten [karrakiekast, brak]. [N 90 (1982)] III-3-2
woord woord: woord (Maasbree) woord [SGV (1914)] III-3-1
worm- en horzelgat horzelbeet: hǫrzǝlbę̄t (Maasbree) Gat in het leer, veroorzaakt door een horzelsteek. Runderhorzels leggen hun eieren in de huid van de koe. Als de larven er weer uit zijn gekropen, blijft er een klein gaatje over, dat weliswaar weer dichtgroeit, maar toch altijd een zwakke en lelijke plek in het leer blijft geven (Liedmeier, pag. 2). Steken van andere insecten kunnen dezelfde kwaliteitsverminderende invloed op het leer hebben. [N 60, 7b; N 36, 7] II-10
wormstekig gepeerd: WLD  gepeerd (Maasbree), gepierd: gepeerd (Maasbree), WLD  gepeerd (Maasbree), wormstekig: Venlo e.o.  wormstekig (Maasbree, ... ) Door wormen aangetast, gezegd van fruit (wormstekig, gemaaid, vermaaid, verpielt, meutelig, maaistekig, maaisteek). [N 82 (1981)] || wormstekig ve appel [DC 23 (1953)] I-7, III-2-3
worstelen worstelen: worstele (Maasbree, ... ) De tak van krachtsport waarbij het doel is de tegenstander door bepaalde grepen en bewegingen op de grond te werpen [zo dat zijn schouders de grond raken] [worstelen, borstelen]. [N 88 (1982)] || worstelen [SGV (1914)] III-3-2