e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L372p plaats=Maaseik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lage klomp klomp met riem: [klomp] męt rēm (Maaseik) Klomp met een lage en korte kap die slechts het voorste deel van de voet bedekt. Over de klompopening is een leren riem aangebracht die door middel van kleine spijkertjes met platte kop wordt vastgezet. Zie ook afb. 260. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ.' [N 24, 70c; monogr.] II-12
lage klomp? lage klomp met riemen: lix kləməp meͅt rēmə (Maaseik) klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)] III-1-3
lage, natte plekken in moeras zomp: zomp (Maaseik) De lager gelegen delen in een moeras waarin steeds water staat. [N 27, 21b] I-8
lager kussen: kęsǝ (Maaseik), lager: lāgǝr (Maaseik) Bij watermolens voorzien van een metalen molenas de pan of het lager waarin het uiteinde van de molenas draait. Zie ook het lemma ɛkussenɛ.' [Jan 82; Coe 73] II-3
lakschoen laqutje (<fr.): lakēkəs (Maaseik) lakschoenen [gelakkerde sjeun] [N 24 (1964)] III-1-3
lam lam: la.mp (Maaseik), laam (Maaseik, ... ), lam (Maaseik), laǝm (Maaseik), lām (Maaseik), lammetje: lɛmkǝ (Maaseik), lɛ̄mkǝ (Maaseik), schaapje: šø̜i̯pkǝ (Maaseik) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] || lam [ZND 01 (1922)] || ze is lam [ZND 29 (1938)] I-12, III-1-2
lammeren lammen: lamǝ (Maaseik), lamǝn (Maaseik), lammeren: lamǝrǝ (Maaseik) Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.] I-12
lammetjespap boekweitsmeelpap: Syst. Frings  bōkəsmɛ̄lpap (Maaseik), pap van boekweitsmeel: pap van bōͅkəsmēͅl (Maaseik) Pap van boekweitmeel (lemmekespap?) [N 16 (1962)] III-2-3
lamp lamp: lamp (Maaseik, ... ) lamp [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-2-1
lampenpit wiek: wek (Maaseik), wēk (Maaseik, ... ), wèk (Maaseik) De lampepit (ook wiek geheeten; Fr. mèche) [ZND 17 (1935)] || lampepit [ZND 01 (1922)] || lampepit van katoen in een petroleumlamp (limet, lemmet, lemment, lemmert) [N 20 (zj)] III-2-1