e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L372p plaats=Maaseik

Overzicht

Gevonden: 4905
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dwingen doen: dōn (Maaseik) dwingen [ZND A1 (1940sq)] III-1-4
e. bijzondere rieken, naar het gebruiksdoel kiezelriek: kēzǝlrek (Maaseik), koksriek: kǫksręk (Maaseik), morenriek: mōrǝręk (Maaseik) [N 18, 24] I-5
eau de cologne eau de cologne (fr.): odeklonj (Maaseik, ... ) Eau de cologne. Reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 114 (2002)] III-1-3
echtgenoot mens: m’ne mins (Maaseik) man met wie je getrouwd bent (echtgenoot) [N 102 (1998)] III-2-2
echtgenote vrouw: m’n vrouw (Maaseik), vrojw (Maaseik), vrouw (Maaseik) echtgenote [ZND m] || vrouw (echtgenote) [ZND 11 (1925)] || vrouw met wie je getrouwd bent (echtgenote) [N 102 (1998)] III-2-2
eczeem eczeem: ekzeem (Maaseik), eczema: eksema (Maaseik), ekzema (Maaseik) Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (eczeem, uitslag, (haar)worm). [N 107 (2001)] III-1-2
eed eed: eit (Maaseik, ... ), ēͅjt (Maaseik) eed [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || een eed [ZND A2 (1940sq)] III-3-1
eekhoorn eekhoorntje: ook ZND 02, 008  enkeurke (Maaseik), vlobok: vloebók (Maaseik) eekhoorn [ZND 01 (1922)] III-4-2
eelt, eeltknobbel zwel: zwiel in sein han (Maaseik), zwiel in z`n han (Maaseik), zwiel in zijn han (Maaseik) Hij heeft eelt in zijn handen (verharding van de huid door het werken met de spade) [ZND 35 (1941)] III-1-2
eeltwrat, zweelwrat wrattel: vratǝl (Maaseik) Wratvormige uitwassen (zweel = eelt) binnenwaarts aan de hoofdschenkels van voor- en achterpoten. Ze zijn, net als de vingerafrukken bij de mens, volkomen individueel. Men veronderstelt dat ze overblijfselen van een extra teen of aanhangsel zijn. Zie afbeelding 2.27. [A 4, 2e; L 20, 2e; N 8, 32.1, 32.3, 32.4, 32.13, 32.15 en 32.16] I-9