e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maaseik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kaarsendomper kaarsendomper: kīrsədumpər (Maaseik), kīrsəndumpər (Maaseik) kaarsendomper, d.i. het metalen horentje waarmee de kaars uitgedoofd werd? [ZND 36 (1941)] III-2-1
kaart met prentje mannetje: e menneke (Maaseik) een kaart met een prentje erop [beeld, pop, prentje] [N 112 (2006)] III-3-2
kaarten (ww.) kaarten: kâ:rtə (Maaseik), kârte (Maaseik), /  kaarte (Maaseik, ... ), kaarte(n) (Maaseik), kaarten (Maaseik, ... ), kaartspelen: /  kaart spöle (Maaseik) / [SND (2006)] || kaart spelen [SND (2006)] || kaarten [RND], [SND (2006)] || Kaarten. [Willems (1885)] || kaartspelen [SND (2006)] III-3-2
kaarten voor geld voor geld kaarten: kaarte(n) vuur gelsj (Maaseik) kaartspelen voor geld [tuisen] [N 112 (2006)] III-3-2
kaas kaas: kîês (Maaseik) kaas [RND] III-2-3
kaasmijt kaasmade: kismāj (Maaseik) mijt die leeft van (oude) kaas [N 26 (1964)] III-4-2
kaatsbal brikkebal: Sub brigkele: met de bal spelen.  brigkebal (Maaseik), brikkelbal: Sub briggelen, briggelde, gebriggeld: Prikken. Van daar briggelbal = prikkebal = kaatsebal. Nog een voorbeeld dus van ingaande br = pr. Geh. Maaseik.  briggelbal (Maaseik), kaatsebal: Kaatsebelke spule.  kaatsebal (Maaseik) [Bal]. || Kaatsebal. || Kinderspeelgoed, balletje om te kaatsen. III-3-2
kaatsen kaatseballetje spelen: Sub kaatsebal.  kaatsebelke spule (Maaseik), kaatsen: kaatsen (Maaseik), met de bal spelen: mɛtə bâ.ltə sp^y.ələ (Maaseik), prikken: prikke (Maaseik) [Kaatsen]. || B.v. een bal met de hand opvangen. || kaatsen [RND] || Kent u het werkwoord kaatsen (met de bal)? [ZND 41 (1943)] III-3-2
kaatsen (ballen) brikkelen: Die bal noemen de kleine meisjes brigkebal.  brigkele (Maaseik), met de bal spelen: mèt de bal spule(n) (Maaseik) Met de bal spelen. || met een bal spelen [ballen, bollen, tossen] [N 112 (2006)] III-3-2
kabeljauw kabeljauw: kābeljaw (Maaseik) kabeljauw [Willems (1885)] III-2-3