e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasniel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kortademig kort: kort (Maasniel) kortademig [kort, kortborstig, dempig] [N 10a (1961)] III-1-2
korte laars halflange laars: halflange laars (Maasniel) laars met een korte schacht die tot aan de kuit reikt [N 24 (1964)] III-1-3
korte onderbroek? korte onderboks: korte ongerboks (Maasniel) onderbroek, korte ~ [N 25 (1964)] III-1-3
korte overjas jekker: jekker (Maasniel) overjas, korte ~ [jekker, joep, stoep, baadje] [N 23 (1964)] III-1-3
korter maken afsnijden: aafsjnieé (Maasniel) een af te leggen afstand korter maken door een rechtere weg te nemen (richten) [N 90 (1982)] III-3-1
kortwieken leewieken: lēwikǝ (Maasniel) Men kort de vleugels van een kip, opdat ze niet kan wegvliegen. Een object ''kip'' of ''vleugels'' is niet gedocumenteerd. [N 19, 53; S 19; L 28, 35; L 1a-m; monogr.] I-12
kossem kussen: køsǝ (Maasniel) Huidplooi of kwab onder de hals van een rund. [N 3A, 107] I-11
kostbaar kostbaar: kosbaar (Maasniel) veel geld waard (zijn) [durabel, kostelijk, kostbaar] [N 89 (1982)] III-3-1
kosten <wat is de prijs?>: waat is de pries (Maasniel, ... ), gelden: ps. letterlijk overgenomen.  waat gélje de baGGe vand‧aag (Maasniel), kosten: waat kosten ze (Maasniel), uitdoen: waat doon ze oet (Maasniel), ps. letterlijk overgenomen.  waat doon de baGGe oet (Maasniel) aanbieden, Voor een bepaalde prijs te koop ~ [loven of geloven? zegt men wel: wat looft ge uw kippen = welke prijs vraagt ge ervoor?] [N 21 (1963)] || Kosten, waard zijn; "wat kosten de biggen tegenwoordig?"[doen, uitdoen, gelle, gelden, gille? "wat gelle de baggen?"] [N 21 (1963)] III-3-1
kostschool kostschool: kosjsjhool (Maasniel) een school waar de leerlingen tevens voeding en huisvesting ontvangen [kostschool, pensionaat, interntaat] [N 90 (1982)] III-3-1