e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasniel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
struikrover struikrover: sjtroekruiver (Maasniel) een rover die zich in en achter struiken verbergt om vandaaruit de voorbijgangers te overvallen [binder, baanstroper, struikrover] [N 90 (1982)] III-3-1
struma struma: struma (Maasniel) Struma: gezwel aan de hals, als gevolg van vergroting van de schildklier (krop, struma, kropziekte). [N 84 (1981)] III-1-2
stuifsneeuw jaagsneeuw: jaa:gsjneeͅ (Maasniel), jaagsjnee (Maasniel), stuifsneeuw: sjtuufsjnee (Maasniel) fijne stuifsneeuw, poolsneeuw [snipper- snipsneeuw] [N 22 (1963)] III-4-4
stuiken kuiltjestuiven: [sic]  kuulke sjtuve (Maasniel), kulsen: køͅlsə (Maasniel) Knikkers in een kuiltje gooien [stoeken, stuiten]. [N 88 (1982)] || Knikkers in een kuiltje gooien. III-3-2
stuipen stuipen: sjtuupen (Maasniel, ... ) stuipen: De stuipen hebben: een aanval van stuipen hebben (spinneweven, spinnevoeten, stuiptrekken, in de gaven liggen). [N 84 (1981)] || stuipen: Plotselinge spiersamentrekkingen, vaak samen met bewustloosheid; stuipen (stuipen, gaven, convulsies). [N 84 (1981)] III-1-2
stuitbeen schroef: sjroef (Maasniel) stuitbeen [gatschenk, stietje, startschroef] [N 10 (1961)] III-1-1
stuiven van droog zand of stof stuiven: sjtuve (Maasniel), ’t sjtuuft (Maasniel) beginnen te stuiven (er waait droog en fijn zand rond bij winderig weer] [stieven, smoren, mouwen, stobberen, stubbelen] [N 22 (1963)] III-4-4
stuiver knab: ene knap (Maasniel), stuiver: sjtuver (Maasniel), vijfje: viefke (Maasniel) stuiver, een ~ [5-centstuk] [stuiver, nikkel?]. Is er verschil in benaming tussen de oude nikkelen en de nieuwe bronzen stuiver? [N 21 (1963)] III-3-1
stuk grond perceel: perceel (Maasniel), stuk land: štøk lanjtj (Maasniel) Een stuk land, een perceel grond, in het algemeen. [N 27, 2a en 5; Vld.; N 11A, 106 add.; monogr.] I-8
stuk onontgonnen grond wildernis: weljǝrnes (Maasniel), woeste grond: wustǝ gronjtj (Maasniel) Een stuk woeste grond, nog niet ontgonnen hei, veen of moeras. [N 27, 4a; N 11, 6; N 11A, 112; ALE 254] I-8