21683 |
wbd: in trek |
een goede prijs doen:
ze doon eine gooië pries (L332p Maasniel),
vlot gaan:
ze gaen flot (L332p Maasniel)
|
Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21662 |
wbd: katten |
laten zitten:
hai hait mig der mit laote zitte (L332p Maasniel)
|
katten: Wat zegt men wanneer de koper de verkoper met zijn waar laat zitten, niet afhaalt wat hij gekocht heeft [katten? hij heeft gekat?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21680 |
wbd: kwaadgeld |
jood:
(joed = jood).
doe bus eine joed (L332p Maasniel)
|
kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21681 |
wbd: kwaadgeld / te veel vragen |
te veel vragen:
doe vraogs te veul (L332p Maasniel)
|
kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21678 |
wbd: staartgeld |
aftroggen:
hai hait mig zooveul aafgetrog (L332p Maasniel)
|
verschil: Vraagt men aanvankelijk teveel geld voor wat men wil verkopen, dan moet men tenslotte vaak genoegen nemen met minder dan men eerst kon krijgen; hoe noemt men in zulk geval het verschil tussen wat men eerst kon krijgen en wat men tenslotte werkel [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21676 |
wbd: staartgeld / minder vragen |
laten vallen:
ich hub zooveul motte laote valle (L332p Maasniel)
|
verschil: Vraagt men aanvankelijk teveel geld voor wat men wil verkopen, dan moet men tenslotte vaak genoegen nemen met minder dan men eerst kon krijgen; hoe noemt men in zulk geval het verschil tussen wat men eerst kon krijgen en wat men tenslotte werkel [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21663 |
wbd: verkopen voor |
laten:
veur dai pries wil ig ze laote (L332p Maasniel),
Opm. bijv. "veur 7 gulje wil ig ze laote".
veur zoevul wil ig ze laote (L332p Maasniel)
|
verlaten, Zegt men bij u: ik wil die geit voor zoveel geld wel ~ = voor die prijs wil ik ze wel verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20542 |
wecken |
inmaken:
inmake (L332p Maasniel)
|
wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
33821 |
week in de muil |
gevoelig:
gǝvø̄lex (L332p Maasniel)
|
Gevoelig in de mond voor de druk van het gebit, vooral bij jonge paarden. [JG 1a; N 8, 64f]
I-9
|
24896 |
weer naar het jaargetijde |
allerheiligenzomer:
allerheiligenzomer (L332p Maasniel),
ene allerhèlge zomer (L332p Maasniel),
kroenekranenzomer:
ene kroeͅnekrane zomer (L332p Maasniel),
(kraanvogels).
de kroenekranezomer (L332p Maasniel)
|
weer in bepaalde jaargetijden (bijv. [kranenzomer] (zachte nazomer), [bamisweer] (herfstweer) e.d. inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 22 (1963)]
III-4-4
|