e-WLD begrippen 
e-WLD

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

Gevonden: 8094

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kwellen judassen: judasse (Maastricht), judassə (Maastricht), koeioneren (<fr.): koejónere (Maastricht), pesten: peste (Maastricht, ... ), pestə (Maastricht), plaag (zn.): plaog (Maastricht), plagen: plaoge (Maastricht, ... ), plaogə (Maastricht, ... ), tempteren: temptere (Maastricht, ... ), temtere (Maastricht), tèmtēērə (Maastricht), toeken: tōēkə (Maastricht), treiteren: treitere (Maastricht) lichamelijk of geestelijk leed veroorzaken [plagen, kwellen] [N 85 (1981)] III-3-1
kwelling/pesterij geplaag: ət gəplaoch (Maastricht), getok: gətōēk (Maastricht), judasserij: judasserijj (Maastricht), kwinkslag (zn.): kwinkslaag (Maastricht), plaag: plaog (Maastricht, ... ), temptatie (<fr.): tamtaasie (Maastricht), tamtaatie (Maastricht), temptaasie (Maastricht), temptasie (Maastricht), temptatie (Maastricht), temtasie (Maastricht), temtatie (Maastricht), tèmtààsie (Maastricht), tempteren, het ~: tamteere (Maastricht), temteerə (Maastricht) het kwellen [plaag, temptatie] [N 85 (1981)] III-3-1
kwetsen kwetsen: kwętšǝ (Maastricht) Bereide klei niet met behulp van het gietprocedé, maar met de hand op de vorm aanbrengen. [monogr.] II-8
kwezel kerkenpilaar: kèrkepilaar (Maastricht), kwezel: kwe:zəl (Maastricht), kweezəl (Maastricht), kwezel (Maastricht, ... ), kwē.zəl (Maastricht), kwèzel (Maastricht), wat’n kwēzel (Maastricht), `kwezeleer` =mannelijk.  kwezel (Maastricht), perneuts: perneuts (Maastricht), wijwaterpisser: wiewaterpisser (Maastricht), zuiel: zajel (Maastricht) Een bidziel, bidmens, kwezel, overdreven vrome persoon. [N 96B (1989)] || Kwezel. [ZND 01 (1922)], [ZND m] || Wat een kwezel! [ZND 29 (1938)] III-3-3
kwezelachtig kwezelachtig: kweezəlèchtəg (Maastricht), kwezelechtig (Maastricht, ... ), kwezelēchtig (Maastricht), kwèzelechtig (Maastricht), preuts: preutsch (Maastricht), zuieltig: zajeltig (Maastricht) Kwezelachtig. [N 96B (1989)] III-3-3
kwijl zever: zeiver (Maastricht, ... ), zeivər (Maastricht) kwijl || Kwijl: uit de mond lopend speeksel (zever, kwijl). [N 84 (1981)] || zever III-1-1
kwinkslag frats: ⁄n frats (Maastricht), geestig (bn.): geistig (Maastricht), koddig (bn.): koddig (Maastricht), leuk gezegde: e leuk gezègde (Maastricht), slag: slaag (Maastricht), wits (<du.): wiets (Maastricht), wĭĕts (Maastricht) een grappig, koddig gezegde [slag, dreun] [N 87 (1981)] III-3-1
kwispelstaarten kwispelen: kweͅspələ (Maastricht), kwispele (Maastricht), kwispəle (Maastricht), kwispələ (Maastricht), Endepols  kwispele (Maastricht, ... ), ideosyncr.  kwispelen (Maastricht), WBD/WLD  kwispelə (Maastricht), kwispələ (Maastricht, ... ), kwispelstaarten: kweͅspəlsta:rtə (Maastricht), WBD/WLD  kwispəlstàrtə (Maastricht) Hoe noemt u de staart heen en weer bewegen, als teken van vriendschap, gezegd van honden (kwispelen, kwipselen, kwipselstaarten, kwispelstaarten) [N 83 (1981)] || kwispelstaarten [ZND 29 (1938)] III-2-1
kwitantie kwitantie: un kwitantie (Maastricht) kwitantie, bewijs van schulddelging [N 21 (1963)] III-3-1
kyrie eleison kyrie: kierejee (Maastricht), kierejee, kierijee (Maastricht), kieriejə (Maastricht), kierije (Maastricht), ky(3)̄rie (Maastricht), kyrie eleison (<gr.): de Kyrië Eleison (Maastricht), kyrie eleison (Maastricht), kyrie leisum (Maastricht) Het "vaste gezang"aan het begin van de mis, het "Kyrie eleison". [N 96B (1989)] III-3-3