e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

Gevonden: 8094
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
begin begin: begin (Maastricht) begin III-1-4
beginnen te rijzen beginnen op te gaan: bǝgent op tǝ gōn (Maastricht), rijzen: ręjzǝ (Maastricht) De informant van Q 121 merkt op dat dit "beginnen te rijzen" gebeurt van b.v. zondagavond tot 4 uur maandagmorgen. [N 29, 25a; monogr.] II-1
begonia begonia: begonia (Maastricht) Welke dialectbenamingen hebt u voor de verschillende perkplanten: begonia gracilis [N 73 (1975)] III-2-1
begrafenis begrafenis: begrafenis (Maastricht, ... ), begraffenis (Maastricht, ... ), bəgraffənis (Maastricht, ... ), bəgraffənəs (Maastricht), bəgràffənis (Maastricht, ... ), Zo noemt men het ook.  begreffenis (Maastricht), uitvaart: oetvaart (Maastricht, ... ) begrafenis || begrafenis; een schoone - [ZND 32 (1939)] || de gezamenlijke handelingen en plechtigheden waarmee een dode ter aarde besteld wordt [begrafenis, uitvaart, begankenis, zinking, leuves, geuves] [N 87 (1981)] || een dode begraven [graven, zinken, begraven] [N 87 (1981)] III-2-2
begrafenismaal begrafeniskoffie: begrafeniskoffie (Maastricht), begrafenismaal: begraffenismaol (Maastricht) Benaming voor de maaltijd/het drankje dat nà de begrafenis werd gebruikt [VC 30 (1964)] || het begrafenismaal [N 96D (1989)] III-2-2
begraven begraven: begraove (Maastricht, ... ), bəgraovə (Maastricht, ... ), kist laten zakken: də kis laotə zakkə (Maastricht) begraven || de gezamenlijke handelingen en plechtigheden waarmee een dode ter aarde besteld wordt [begrafenis, uitvaart, begankenis, zinking, leuves, geuves] [N 87 (1981)] || een dode begraven [graven, zinken, begraven] [N 87 (1981)] III-2-2
begrijpen begrijpen: begriep (Maastricht), begriepe (Maastricht, ... ), bəgriepə (Maastricht), bəgrīēpə (Maastricht, ... ), bəgrĭĕpə (Maastricht), bevatten: bevatte (Maastricht), inzien: inzien (Maastricht), verstaan: verstoon (Maastricht), vərs.toon (Maastricht) begrijpen || met het verstand vatten, begrijpen [kennen, omvatten, begrijpen] [N 85 (1981)] III-1-4
begrip, besef begrip: begreep (Maastricht), begrip (Maastricht, ... ), bəgrip (Maastricht, ... ), belul: belul (Maastricht), belöl (Maastricht, ... ), bəlul (Maastricht), bəlö.l (Maastricht), bəlöl (Maastricht), benul: beneul (Maastricht), benōl (Maastricht), benul (Maastricht), benöl (Maastricht, ... ), bənö.l (Maastricht), bənöl (Maastricht, ... ), besef: besef (Maastricht), bəsaef (Maastricht), bezei: bezej (Maastricht), bəzeij (Maastricht), cf. Schuermans, p. 51 s.v. "bezei  bezej (Maastricht), verstand: verstand (Maastricht) begrip, van iets bewust zijn || benul || besef (hij heeft er geen - van) [ZND 01 (1922)] || een bewuste, duidelijke voorstelling [benul, belul, besef] [N 85 (1981)] || het vermogen om iets te begrijpen [begrip, begrijp] [N 85 (1981)] III-1-4
behangen tapisseren: tapǝsērǝ (Maastricht) Zie kaart. De techniek van het opplakken van behangselpapier met alle bijkomende werkzaamheden zoals het aanbrengen van behangjute. [N 67, 92a; monogr.] II-9
behanger tapisseerder: tapǝsērdǝr (Maastricht) Vakman die alle werkzaamheden verricht die voor het behangen van muren noodzakelijk zijn. Vroeger vervaardigde hij ook gordijnen. Zie ook het lemma 'Behangen'. [N 67, 98c; monogr.] II-9