e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de kim kappen afronden: ǭfrøndǝ (Maastricht), ǭfrønǝ (Maastricht), afwerken: ǭfwęrǝkǝ (Maastricht), de ton uitkappen: dǝ tǫn ūtkapǝ (Maastricht), schuins afwerken: šø̜jns˱ ǭfwęrǝkǝ (Maastricht) Met behulp van een dissel een kim kappen. [N E, 33; N E, 32b] II-12
de klei bereiden leem maken: lęjm mākǝ (Maastricht) De klei uitspreiden, met water besproeien, omwerken en met de voeten kneden. In Q 83 moest de klei 4% vocht bevatten. Men noemde dat: vier vocht hebben (ī̄r vǫx hø̜b\. [N 98, 61; monogr.] II-8
de kleiwand uithollen uitholen: ūthōlǝ (Maastricht) De wand van de kleiput uithollen. Het uitscharen werd in Q 83 met de hak gedaan. [N 98, 29; monogr.] II-8
de kruisweg bidden de kruisweg beden: de kruuseeg bèje (Maastricht), de kruusweeg beije (Maastricht), de kruusweeg bèjje (Maastricht), kruusweeg beije (Maastricht, ... ), kruusweeg bèje (Maastricht), kruusweeg bèjə (Maastricht), de staties beden: de stasies beije (Maastricht) De kruisweg bidden (in de vastentijd, op Goede Vrijdag, na n begrafenis) [de kruutswèèg bèèje, de statioeëne beëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de mei vieren de mei op het dak zetten: de mei op t taak (Maastricht) De tak, struik of vlag die geplaatst wordt op huizen in aanbouw. [N 88 (1982)] III-3-2
de melk inhouden ophouden: (de koe) hęlt ǫp (Maastricht), optrekken: ǫptrɛkǝ (Maastricht) Tijdens het melken plotseling geen melk meer geven, gezegd van de koe. [N 3A, 69; monogr.] I-11
de melk laten lopen (de melk) laten lopen: lǭtǝ lǫu̯pǝ (Maastricht) De melk uit de spenen laten vloeien. [N 3A, 70] I-11
de merrie dekken dekken: dękǝ (Maastricht) Zie afbeelding 11. [JG 1a, 1b; N 8, 43a en 43b] I-9
de merrie is niet drachtig (ze is) niet gedekt: nēt gǝdęk (Maastricht) [N 8, 48 en 49] I-9
de middag luiden aan de middag luiden: aon de middag (Maastricht) Het angelus luiden rond het middaguur [het luidt......?]. [N 96A (1989)] III-3-3