e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

Gevonden: 8094
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
acoliet acoliet: aakooliet (Maastricht), acoliet (Maastricht, ... ), akkoliet (Maastricht), akoliet (Maastricht), missendiender: mèssendeender (Maastricht) Een acoliet, een oudere misdienaar. [N 96B (1989)] III-3-3
adamsappel ademsappel: Trefw. adems-, vgl. lm. adem  ademsappel (Maastricht), bierknop: beer = bier!  beerknoep (Maastricht), knobbel in de keel: Altijd omschrijving; het woord adamsappel wordt volgens de informant niet gebruikt.  `knobbel in de keel` (Maastricht), strot: stroot (Maastricht) adamsappel [N 10 (1961)] III-1-1
adder adder: adder (Maastricht), Endepols  adder (Maastricht, ... ), ideosyncr.  adder (Maastricht), WBD/WLD  adder (Maastricht), āddər (Maastricht), àddər (Maastricht), WLD  adder (Maastricht), addertje: edderke (Maastricht), WBD/WLD  èddərkə (Maastricht), slak: slek (Maastricht) Hoe noemt u een slang met een verlengde hals, een korte gedrongen romp en een korte staart. De snuit heeft een vlakke bovenkant. Het schubbenkleed is zwart of donkergrijs met een zigzagstreep over de rug en een X-teken op de kop. Zijn lengte is tot 70cm ( [N 83 (1981)] III-4-2
adelaarsvaren varen: véérən (Maastricht) Welke dialectbenamingen hebt u voor verschillende vaste planten: osmunda regalis (koningsvaren) [N 73 (1975)] III-4-3
adem adem: ōdəm (Maastricht), asem: ô.səm (Maastricht) adem [ZND 01 (1922)], [ZND 01u (1924)] III-1-1
ademen ademen: o:jəmə (Maastricht), ōdəmə (Maastricht), asemen: aeseme (Maastricht), aoseme (Maastricht), iech kŏs neet aosəmə (Maastricht), asemhalen: aosem haole (Maastricht) ademen [N 10a (1961)], [ZND 01 (1922)], [ZND 01u (1924)] || Ik kon niet ademen [ZND 19 (1936)] III-1-1
ader ader: aojer (Maastricht, ... ), aojər (Maastricht), de aojĕrs vaan zənə veurkop (Maastricht), enən aojər opəsnijə (Maastricht), ô:jər (Maastricht) ader [N 10a (1961)], [ZND 01 (1922)], [ZND m] || de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] || een ader opensnijden [ZND 19 (1936)] III-1-1
admiraalsvlinder huppel: huppel (Maastricht), kapel: kepèl (Maastricht) admiraal of atalantavlinder [DC 18 (1950)] III-4-2
advent advent (<lat.): advent (Maastricht, ... ), advènt (Maastricht), atvènt (Maastricht), adventstijd: adventstied (Maastricht) De tijd van vier zondagen voor Kerstmis (Advent, kleine vasten). [N 96C (1989)] III-3-3
afdak afdak: ōͅf˂dāk (Maastricht, ... ), Gewoner  aofdaak (Maastricht), luifel: Verklw. luifelke afdak van een gebouw ¯n hoes mèt ¯ne groete luifel De luifel kaom hielemaol euver de stóp  luifel (Maastricht), schop: šop (Maastricht, ... ) afdak [ZND 01 (1922)], [ZND 06 (1924)], [ZND 12 (1926)] || luifel III-2-1