24147 |
fluiter |
fluiter:
fluiter (Q095p Maastricht),
fluitertje:
fluiterke (Q095p Maastricht)
|
fluiter || fluiter (12,5 alleen in hoge loofbossen; vrij zeldzaam; roep vrij luid [djuu-djuu]; zang onder het vliegen [tjip-tjip-tjip-tjirrrrrrrr] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
28760 |
fluweel, velours |
velours:
vlūr (Q095p Maastricht),
vǝlūr (Q095p Maastricht)
|
Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.]
II-7
|
18289 |
fluwelen broek |
velours (fr.):
vloer, floer (Q095p Maastricht),
vloere (Q095p Maastricht),
velvet (eng.):
Eng. velvet.
vèlvèt (Q095p Maastricht)
|
[vloere*]: van vloer, d.i. fluwelen || velours: fluweel || velvet: fluweel
III-1-3
|
33755 |
fokmerrie |
bokmeer:
bǫkmēr (Q095p Maastricht)
|
Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; N 8, 50b]
I-9
|
25025 |
fonkelen, flonkeren |
flonkeren:
flonkere (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
floongkərə (Q095p Maastricht),
floonkere (Q095p Maastricht),
floonkərə (Q095p Maastricht),
fonkelen:
fonkele (Q095p Maastricht),
fonkələ (Q095p Maastricht),
foon.kələ (Q095p Maastricht),
foonkele (Q095p Maastricht),
foonkələ (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
fónkele (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
glinsteren:
glinstere (Q095p Maastricht)
|
levendig, maar niet onrustig stralen of glanzen, warm schitteren [sprietelen, fonkelen, flonkeren] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21559 |
fooi |
drinkgeld:
dreenkgèlt (Q095p Maastricht),
drinkgeld (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
drinkgelt (Q095p Maastricht),
drinkgéld (Q095p Maastricht),
drinkgəld (Q095p Maastricht),
fooi:
fooi (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
fooj (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
premie:
premie (Q095p Maastricht)
|
de gift in geld aan iemand die een dienst verleend heeft (vanwege zijn beroep) [fooi, pree, drinkgeld] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20143 |
fopspeen |
lots:
lotsj (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht)
|
fopspeen; hoe heet in uw dialect de fopspeen die men kleine kinderen in de mond stopt om ze stil te krijgen [DC 43 (1968)]
III-2-2
|
34119 |
forsgebouwde koe |
zware koe:
zwūr kō (Q095p Maastricht)
|
[N 3A, 141a]
I-11
|
33528 |
framboos |
flamboos:
flamboos (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
flambōs (Q095p Maastricht),
framboos
flambo:s* (Q095p Maastricht),
framboos:
framboze (Q095p Maastricht),
mv: -e
framboose (Q095p Maastricht),
mv: -ze
frambooze (Q095p Maastricht)
|
[DC 13 (1945)]framboos [ZND 34 (1940)]
I-7
|
24084 |
franciscaan |
bruine pater (lat.):
broune paoter (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
broune pater (Q095p Maastricht),
franciscaan:
franciscaan (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
minderbroeder:
minderbroeder (Q095p Maastricht)
|
Een Franciscaan of Minderbroeder [bruine pater, de Broune, Minnebroor, broene paater]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|