e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geknield zitten geknied zitten: gekneejd zitte (Maastricht), geknield zitten: gekneeld zitte (Maastricht), knielen: kneele (Maastricht), kneelen (Maastricht), kneelə (Maastricht), kniele (Maastricht), knien: zich kneeje (Maastricht), neerknielen: neerknele (Maastricht), neerknien: neerkneje (Maastricht), op de knien zitten: op de kneeje zitte (Maastricht, ... ), op de kneje zitte (Maastricht), op de knēēje zitte (Maastricht) (onder de consecratie) knielen, geknield zitten, op de knieën zitten [óp en kneije zitse?]. [N 96B (1989)] III-3-3
geknipt werk gesnoden werk: gǝsnōjǝ węrǝk (Maastricht), opliggende voeg: opleqǝndǝ vōx (Maastricht) Wijze van voegen waarbij de voegen eerst met fijne witte specie worden volgezet en vervolgens langs de kanten met een voegijzer of mesje schuin worden afgesneden. Geknipt werk vervaardigen noemde men in L 163 'knippen' ('knepǝ') of 'snijden' ('snejǝ'), in K 353 'bovenop voegen' ('bōvǝnup ˲vugǝ'). [N 32, 34d; N 32, 35a; N 32, 35c; monogr.] II-9
geknotte wilg judasboom: Judasboum (Maastricht), knotwilg: knotwilg (Maastricht, ... ), -  knotwilg (Maastricht) de knotwilg (boom van het geslacht Salix) [DC 13 (1945)] || wilgensoorten [DC 28 (1956)] III-4-3
gekraagde roodstaart roodstaartje: rôêtsjtèrtsje (Maastricht) gekraagde roodstaart III-4-1
gekruld haar krulhaar: krol haor (Maastricht), krullend haar: krollend haor (Maastricht) gekruld haar [N 10 (1961)] III-1-1
geld cent: sent (Maastricht, ... ), Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  sènt (Maastricht), Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen, dus niet omgespeld!  sè:nt (Maastricht), duiten: duite (Maastricht, ... ), geld: geld (Maastricht, ... ), ge‧ld (Maastricht), gɛlt (Maastricht), iech bīn me gēld kwīēt (Maastricht), iĕch bîn me gēld kwīēt (Maastricht), xae.lt (Maastricht), Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  gèlt (Maastricht), Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen, dus niet omgespeld!  gèld (Maastricht), knabben: knabbe (Maastricht), poen: poen (Maastricht) geld [RND], [ZND m] || Geld in het algemeen; hierbij ook graag allerlei uitdrukkingen [geld, sens, poen, swis, oorden enz.] [N 21 (1963)] || geld opdoen (opmaken) [RND] || Ik ben mijn geld kwijt [ZND 29 (1938)] III-3-1
gele kwikstaart akkermannetje: akkermenke (Maastricht), gele kwikstaart: gele kwikstart (Maastricht), kwikstaart: kwikstart (Maastricht), kwikstaartel: kwiksteertele (Maastricht) kwikstaart, geel [DC 26 (1954)] || kwikstaart, geel (16,5 blauwig-grijs boven, geel onder; met lang wiebelstaartje; zomervogel; in weiland en korenvelden; er bestaat ook nog grotere uitgave die langs beekjes huist en zeldzaam is [N 09 (1961)] III-4-1
gele lupine lupinen: ly`pinǝ (Maastricht), vijgebonen: vīgǝbūnǝ (Maastricht) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5
gele narcis narcis: Spelling: "fonetisch  narsis (Maastricht), WLD  narsis (Maastricht), WLD met klemtoon op nar  nàrsis (Maastricht), paasbloem: z. een vb. onder paarderoos.  paosblóm (Maastricht) Gele narcis (narcissus pseudonarcissus). De bijkroon is ongeveer even lang als de bloemdekslippen. Meestal één bloem aan elke bloemstengel, zelden twee. De rand van de bijkroon is regelmatig ingesneden (zie bij de …witte narcis"). [N 92 (1982)] || vero. narcis III-4-3
gele plomp plomp: Noemden wij vroeger alles wat op t water dreef.  plo:mpen (Maastricht), Opgegeven bij de witte waterlelie: Noemden wij vroeger alles wat op t water dreef.  plo:mpen (Maastricht, ... ), pompenblad: pómpe(l)blajer (Maastricht) gele plomp [DC 17 (1949)] || plompebladen || waterplanten [DC 17 (1949)] III-4-3