e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

Gevonden: 8094

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
[culotte] culotte (fr.): Franse spanbroek  culotte (Maastricht) culot, in de betekenis van soort broek; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] III-1-3
[falie] falie: falie (Maastricht, ... ), Rijnl. falje, Wa. faye < Fr. faile < Lat. velum.  faalje (Maastricht), rouwsjaal: rouwsjaal (Maastricht), sluier: slöjer (Maastricht), voile (fr.): vaal (Maastricht), vaol (Maastricht), voile (Maastricht), vwal (Maastricht), kleine sluierdoek: vwalètsje  vwale (Maastricht) falie: doek van zwarte stof door vrouwen over het hoofd (en de schouders) gedragen; soort vrouwenmantel, huik || sluierdoek, zwarte ~ die over hoofd en schouders wordt gedragen, gewoonlijk in de rouwtijd [vaol, voeël, falje, falie, slöjer, linao] [N 23 (1964)] III-1-3
[foulard] foulard (fr.): foulaar (Maastricht) foulard: halsdoek III-1-3
[jasje] jas: jas (Maastricht), jekker: jèkker (Maastricht) Hoe noemt men het kledingstuk van geheel of gedeeltelijk wollen stof, dat bij kouder weer en in de winter over de, in vraag 5 en 6 genoemde kledingsstukken in het werk wordt gedragen? Het heeft meestal een kraagje en revers (opgeslagen). Het zou in het Ne [DC 14A (1946)] III-1-3
[kazak] kazak: die heet e kleid aan wie `ne kazak: ze draagt een jurk waarin geen model zit  <kazak> (Maastricht), driekwaart jas of blouse  <kazak> (Maastricht), driekwart overkleed  <kazak> (Maastricht) kazak; inventarisatie betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] III-1-3
[kazavek?] kazavek: kazzevèk (Maastricht), getailleerd jasje  <kasjevék> (Maastricht), getailleerde blouse gedragen euver de rok mét `n feleukske(felenkske?)  kasjevek (Maastricht), klein vrouwenmanteltje tot aan de taille  <kasjevék> (Maastricht), kazavekje: kasjevèkske (Maastricht) kasjevék, in de betekenis van vrouwenmantel; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] III-1-3
[lijfje] lijf: lief (Maastricht), lijfje: lijfke (Maastricht), Bovenstuk van het kleed.  lijfke (Maastricht), Gedragen over hemd.  lijfke (Maastricht) lijf: kledingstuk, het lijf, de romp omsluitend || lijfje, in de betekenis van soort kledingstuk; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3
aalbes, struik wiemelenstruik: (Ribes Bessenstruik: Rode bes).  wĭĕmmələ strōēk (Maastricht) bessenstruik [N 74 (1975)] I-7
aalmoes aalmoes: aalmoes (Maastricht, ... ), aalmoos (Maastricht, ... ), ālmūs (Maastricht), get: get geevə (Maastricht), get ter ere gods: tər ierə Gods (Maastricht) aalmoes [ZND 01 (1922)] || de gift aan een arm persoon [aalmoes, arremoes, karitaat] [N 89 (1982)] III-3-1
aalmoezenier aalmoezenier: aalmoezeneer (Maastricht, ... ), aalmoezenier (Maastricht) Een priester die belast is met de zielzorg van een bepaalde klasse of groep van mensen [aalmoezeneer]. [N 96D (1989)] III-3-3