e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huiszegen huiszegen: hoeszege (Maastricht, ... ) De Huiszegen, d.w.z. een ingelijste afbeelding van O.L. Heer aan het kruis, waaronder enkele gebeden, of een tekstplaat in sierschrift, waarop een gebed over huis en bewoners of een uit Rome ontvangen plaat waarop de afbeelding van de paus, vermelding van [N 96B (1989)] III-3-3
huiszegening huiszegen: hoeszēge (Maastricht), huiszegening: de hoeszegening (Maastricht) De huiszegening op Driekoningen of op Paaszaterdag. [N 96B (1989)] III-3-3
huiszwaluw huiszwalber: hoes-zwaalleber (Maastricht), melkstaartje: milléksjtertsje (Maastricht) huiszwaluw || huiszwaluw (12,5 helemaal wit van onder; witte stuit; kleinest buiten tegen een woning of kerk [N 09 (1961)] III-4-1
huiveren bibbelen: bubbele (Maastricht), bibberen: bubbere (Maastricht), razelen: razele (Maastricht), razelen (Maastricht), rijderen: rere (Maastricht), rillen: rille (Maastricht), schruwelen: ṣru:vələ (Maastricht), schruweren: sjrōēvere (Maastricht), schuiveren: sjōēvere (Maastricht, ... ) huiveren [ZND 01 (1922)] || Huiveren (beven, rillen van de kou of van schrik) [ZND 21 (1936)] || huiveren (beven, rillen van de kou of van schrik) [ZND 27 (1938)] || huiveren, bijv. van koe [grille, de griezel op het lijf krijge, rijeren] [N 10 (1961)] III-1-2
huiverig bibberig: bubberig (Maastricht), huiverig: hûîverig (Maastricht), schrikachtig: sjrikechtig (Maastricht), schuiverachtig: sjoeverächtig (Maastricht) huiverig [schuuverig] [N 10 (1961)] III-1-2
huivering bibbelezenen: bubbelesene (Maastricht), huivering: höjvering (Maastricht), rilling: rilling (Maastricht), schruwerij: sjrōēveraoje (Maastricht), schuiverij: sjevraoj (Maastricht), sjoevroj (Maastricht) huivering [gril] [N 10 (1961)] III-1-2
hul hul: höl (Maastricht), Kap van een non.  höl (Maastricht) hul, höl, hulmuts, in de betekenis van hoofddeksel; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || hul: omhulsel, inz. kap van een non III-1-3
hulp vragen bidden: beië (Maastricht), helpen: ps. invuller twijfelt over het antwoord!  eve hellepe ? (Maastricht), hulp vragen: hullep vraoge (Maastricht), höllep vraoge (Maastricht, ... ), höllep vräöge (Maastricht), höllup vraogə (Maastricht), hölləp vraogə (Maastricht, ... ), hölləp vräögə (Maastricht), vragen: ieməs vraogə (Maastricht) iemand vragen te helpen [genaden] [N 85 (1981)] III-3-1
hulp, bijstand hulp: hullep (Maastricht, ... ), höllep (Maastricht, ... ), höllup (Maastricht), hölləp (Maastricht, ... ) de ondersteuning die men iemand geeft om zijn werk af te maken [hulp, genade] [N 85 (1981)] || hulp, bijstand, medewerking III-1-4
hulst hulst: huls (Maastricht), höls (Maastricht), Endepols  huls (Maastricht, ... ), höls (Maastricht, ... ), WBD/WLD  huls (Maastricht), höls (Maastricht), WLD  huls (Maastricht, ... ) [DC 76 (2002)]De altijdgroene heester met stijve, stekelpuntige, glimmende bladeren, witte bloemen en rode bessen; hulst (heukel, velst, ulster, prikblad). [N 82 (1981)] || hulst I-7, III-4-3