e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huwelijksexamen huwelijksexamen: huweliksexame bij de pestoer (Maastricht) Het huwelijksexamen bij de pastoor. [N 96D (1989)] III-3-3
huwelijksgeschenk bruidscadeau: broedskado (Maastricht) huwelijksgeschenk III-2-2
huwelijksmis bruidsmis: brôedsmès (Maastricht), huwelijksmis: houweleksmès (Maastricht), howwelijksmès (Maastricht) De huwelijksmis, bruidsmis [broedsmaes]. [N 96D (1989)] III-3-3
huwelijksuitzet dot (fr.): fr. dotte  dot (Maastricht), trousseau (fr.): trousseau  troeso (Maastricht) bruidsschat || uitzet III-2-2
hyacint hyacint: Spelling: \"fonetisch\  hiaasint (Maastricht) Hyacint (hyacinthus oriëntalis). Bloemdek met naar buiten omgebogen slippen; bol platrond met witte of violette buitenmantel. De bladeren zijn vlezig, tot 2 cm breed. De bloemstelen zijn tijdens de bloei ineengebogen, met een klein schutblaadje, de meeldr [N 92 (1982)] III-2-1
hypotheek hypotheek: hiepeteek (Maastricht, ... ), hiepooteek (Maastricht, ... ), hiepoteek (Maastricht), hiepəteek (Maastricht), hĭĕpooteek (Maastricht, ... ), hypotheek (Maastricht, ... ), lening: liening (Maastricht), voorschot: veursjoot (Maastricht) de geldsom die verstrekt wordt op een onderpand bestaande uit bijv. onroerend goed [hypotheek, rippeteek] [N 89 (1982)] III-3-1
identiteitskaart identiteitsbewijs: identiteitsbewies (Maastricht, ... ), iedentieteitsbəwies (Maastricht), indensiteitsbewies (Maastricht), identiteitskaart: iedentieteitskaart (Maastricht), ĭĕdèntĭĕteitskáárt (Maastricht), pas: pas (Maastricht), persoonsbewijs: persoonsbewies (Maastricht, ... ), persoonsbəwies (Maastricht) de gelegaliseerde kaart waaruit iemands identiteit blijkt [identiteitsbewijs, indentie-bewijs, eenzelvigheidsbewijs] [N 90 (1982)] III-3-1
iemand graag mogen gaarne hebben: geere höbbe (Maastricht, ... ), geerə höbbə (Maastricht), gesteld zijn op: gestèlt zien (Maastricht), goed kunnen hebben: good kinnə höbbə (Maastricht), goed lijden: good lijjə (Maastricht), lijden: lējə (Maastricht), lijen höbbe (Maastricht), lijje (Maastricht, ... ), mogen: ieməs mààgə (Maastricht), īēməs máágə (Maastricht) iemand graag mogen [bestaan op, lijden, zetten] [N 85 (1981)] III-3-1
iemand hinderen beletten: belette (Maastricht), belètte (Maastricht), bəlèttə (Maastricht), hinderen: hindere (Maastricht, ... ), hinderre (Maastricht), hindərə (Maastricht, ... ), hīndərə (Maastricht), lastigvallen: iemes lestig valle (Maastricht), mishandelen: mishandele (Maastricht), ophouden: ophawwə (Maastricht, ... ), pesten: peste (Maastricht, ... ), plagen: plaoge (Maastricht), plaogə (Maastricht), storen: steurə (Maastricht), sture (Maastricht, ... ), stuure (Maastricht), stūūrə (Maastricht), tegenhouden: teegəhawwə (Maastricht), tege hawwe (Maastricht, ... ), tegehawwe (Maastricht), verhinderen: vərhindərə (Maastricht) hinder veroorzakend || iemand beletten zijn werk uit te voeren [mishandelen, verhinderen] [N 85 (1981)] || iemand bij zijn werk storen of ophouden [plagen, steken, hinderen] [N 85 (1981)] III-1-4
iemand iets op het hart drukken attent maken: attent make (Maastricht), de les lezen: de lès leze (Maastricht), de wacht aanzeggen: de wach aonzègge (Maastricht, ... ), de wach aonzègke (Maastricht, ... ), de wag aonzegge (Maastricht), de wag aonzégkə (Maastricht), də wag aonzéggə (Maastricht), də wàch aonzēgkə (Maastricht), də wàch zègkə (Maastricht) iemand iets met nadruk aanbevelen opdat hij het niet vergeten of verzuimen zal [de wacht aanzeggen, bokstapelen] [N 85 (1981)] III-1-4