e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kaarten (ww.) een kaartje leggen: Sub kaart.  e keertsje lègke (Maastricht), kaarten: ka:rtə (Maastricht), kaarte (Maastricht), /  kaarte (Maastricht), kaarte/ (Maastricht) Een spelletje kaart doen. || kaarten [RND], [SND (2006)] || kaarten/ [SND (2006)] || Kaarten: kaartspelen. III-3-2
kaarten bijnemen kopen: koupen (Maastricht), pakken: pakə (Maastricht) Kaarten bijnemen [rafelen, fretten]. [N 88 (1982)] III-3-2
kaarten voor geld kaarten: kārtə (Maastricht), voor geld spelen: veur geld speulen (Maastricht) Kaartspelen voor geld [tuisen]. [N 88 (1982)] III-3-2
kaarten, een spelletje kaarten spelletje: Sub spel.  e späölke kaarten (Maastricht) Een partijtje kaarten. III-3-2
kaas kaas: kīēs (Maastricht), Bekend voedings middel Kies make Herrense kies Witte kies of fluitert Hollans kies Jónge kies ¯n Bótram mét kies ¯n Edammer kieske ¯ne Veurraod van hónderd kieze Ze verkochte hiering mét kies  kies (Maastricht) kaas [RND] III-2-3
kaasjeskruid kaasjeskruid: kaasjeskruid (Maastricht, ... ), kaaskruid: kieskroed (Maastricht), kattekazen: katǝkīzǝ (Maastricht), kattenkaas: kattekieze (Maastricht, ... ) kaasjeskruid || kaasjeskruid, groot [DC 52 (1977)] || kattenkaasjes, kaasjeskruid || klein kaasjeskruid [DC 52 (1977)] || maluwe || maluwe, malve || Malva L. Een vrij algemeen voorkomende struikachtige plant met langgesteelde bladeren, bloemen in groepen van twee of meer in de bladoksels en vruchtjes in de vorm van een plat kaasje. Het grote kaasjeskruid (Malva sylvestris L.), dat veel in bermen voorkomt, wordt tot meer dan 1 meter hoog en heeft roze of lichtpaarse bloemen en een ruwbehaarde stengel. Het kleine kaasjeskruid (Malva neglecta Wallr.), dat 40 cm groot wordt, komt meestal liggend voor bij boerderijen en aan wegranden en heeft rozerode, soms ook witte bloemen. De bloei duurt van juni tot september. [A 52, 10a en 10b; monogr.] I-5, III-4-3
kaasmijt kaasmijt: idiosyncr.  kiesmiet (Maastricht), made: ein maoj (Maastricht), idiosyncr.  mòaj (Maastricht), mijt: miet (Maastricht), idiosyncr.  miete (Maastricht) mijt die leeft van (oude) kaas [N 26 (1964)] III-4-2
kaatsbal kaatselebal: kaoselebal (Maastricht), kaosələba.l (Maastricht), Mèt kaoseleballe (of: de kaoselebal) speule.  kaoselebal (Maastricht) Kaatsbal [ZND m] || Kaatsbal: vangbal voor kinderen. || Kaatseballen: met de kaatsbal spelen. III-3-2
kaatsen de bal over gooien: Sub II. bal, vgl. ook dee de bal/baal goejt, moot ouch de bal/baal verwachte: wie kaatst, moet de bal verwachten.  ze goeje zich de bal/baal euver (Maastricht), kaatselen: kaosele (Maastricht), kaosələ (Maastricht), koͅ.sələ (Maastricht), met den bal kaatsen  kaassele (Maastricht), met de kaatselebal spelen: Sub kaatsbal.  mèt de kaoselebal speule (Maastricht), prikken: ne Bal -.  prikke (Maastricht) [Kaatseballen: met de kaatsbal spelen]. || Een vallend opgeworpen voorwerp opvangen. || kaatsen [RND] || Kaatsen. [ZND m] || Kaatsen: a) met de kaatsbal spelen. || Kent u het werkwoord kaatsen (met de bal)? [ZND 41 (1943)] || Ze kaatsen elkaar de bal toe. III-3-2
kaatsen (ballen) ballen: balə (Maastricht), kaatselen: kaotselen (Maastricht), kōͅtsələ (Maastricht, ... ), stoepranden: stóprande (Maastricht) Lievelingsspel 4. [SND (2006)] || Met een bal spelen [ballen, bollen, tossen]. [N 88 (1982)] III-3-2