18372 |
krakende schoen |
kraakschoen:
kraakscheun (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
kraaksjeun (Q095p Maastricht)
|
schoenen die een krakend geluid maken als men er op loopt [kraokschoen] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
23718 |
kralen van de rozenkrans |
kraaltjes:
krelkes (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
kralen:
de kralle vaan de roezekrans (Q095p Maastricht),
kralle (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
krallen (Q095p Maastricht),
kràlə vaan də roezəkràns (Q095p Maastricht)
|
De kralen van de rozenkrans [de kralle, krelkes, kraole, kräölkes?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21340 |
kramer |
kramer:
kri:mer (Q095p Maastricht)
|
kramer [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|
33896 |
krampig |
krampig:
krɛmpex (Q095p Maastricht)
|
Gezegd van een paard dat kramp in de benen heeft. Vooral als de paarden een tijdje gestaan hebben, zijn ze erg stijf in de achterpoten. Het paard gaat als een haan. Zie ook het lemma ''hanetred'' (7.29). [N 8, 94c]
I-9
|
24197 |
kramsvogel |
kriemersvogel:
kriemersvogel (Q095p Maastricht),
kriemersvoogel (Q095p Maastricht)
|
kramsvogel || kramsvogel (25 groter dan koperwiek [021]; vaak in diens gezelschap; heeft grijze kop en stuit; ook alleen wintervogel; roep [tjak-tjak-tjak] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
21342 |
krant |
gazet (<fr.):
chəzét (Q095p Maastricht),
gezet (Q095p Maastricht),
gezèt (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
gĕzet (Q095p Maastricht),
gèzet (Q095p Maastricht),
gəzèt (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
gəzét (Q095p Maastricht),
gəzéét (Q095p Maastricht),
kəzet (Q095p Maastricht),
krant:
krant (Q095p Maastricht)
|
een dagelijks verschijnend drukwerk ter verspreiding van nieuws en wetenswaardigheden en tot voorlichting van het publiek [gazet, krant, courant, journaal, dagblad] [N 87 (1981)] || krant [ZND 17 (1935)]
III-3-1
|
31340 |
krasblok |
kretspen:
krɛtspɛn (Q095p Maastricht)
|
Kraspen op een voetstuk. Het krasblok wordt gebruikt wanneer een nauwkeurige aftekening op het materiaal noodzakelijk is. Het krasblok wordt met zijn voet rustend op het werkblad langs het werkstuk geschoven, waarbij de scherpe punt van het werktuig een lijn trekt. Zie ook afb. 72. Het woordtype traskê (Q 5) is merkwaardig. Mogelijk betreft het hier een afleiding van het Franse werkwoord ɛtracerɛ met het Waalse deminutiefsuffix ɛ-kê ɛ(Frans ɛ-quinɛ). Vgl. ook de inleiding van Wld II.5, pag. XV, waar twee vergelijkbare vormen ɛs√ªkêɛ, "storing, dislokatie", eig. "drempeltje" en ɛbeurkêɛ, "tussenschacht", eig. "kleine schacht" worden besproken.' [N 33, 347]
II-11
|
25034 |
krassen |
afkretsen:
(aof)krètse (Q095p Maastricht),
bekretsen:
bekrètse (Q095p Maastricht),
kratsen:
kratse (Q095p Maastricht),
kretsen:
kretse (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
kretsə (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
krètse (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
krètsə (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
ps. omgespeld volgens IPA!
krɛtsə (Q095p Maastricht),
schrapen:
sjráópə (Q095p Maastricht)
|
het geluid geven van een scherp voorwerp dat over een hard oppervlak schraapt [skratsen, krassen, kratsen] [N 91 (1982)] || krassen [ZND 01 (1922)]
III-4-4
|
21031 |
kreeft |
kreeft:
ook in ZND 28, 048
kreef (Q095p Maastricht),
krēf (Q095p Maastricht)
|
kreeft [ZND 01 (1922)]
III-2-3
|
24954 |
kreek, stilstaand water |
bijmaas:
baojmaos (Q095p Maastricht),
kreek:
kreek (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
uitham:
oetham (Q095p Maastricht)
|
kreek, klein, smal, veelal stilstaand water, vaak een overblijfsel van een overstroming of van de vroegere loop van een rivier [kil] [N 81 (1980)]
III-4-4
|