31551 |
polijsten |
polijsten:
pǫlīstǝ (Q095p Maastricht)
|
Het metaal met fijn schuurmateriaal glad en glanzend maken. Het polijsten kan gebeuren met behulp van schuurlinnen, een polijstvijl, met polijstpoeder of met polijstpasta. Zie ook deze lemmata. De invuller uit Q 83 vermeldt ook het gebruik van staalwol (stuǝlwǫl) bij het polijstwerk. [N 64, 55a; monogr.]
II-11
|
31455 |
polijsthamer |
polierhamer:
polērhāmǝr (Q095p Maastricht)
|
Hamer met bolvormige en platte kop die bij het koperslaan wordt gebruikt voor het gladmaken van het bewerkte koper. Volgens Kuyper (pag. 365) wordt ook vertind blik vóór het richten met de polijsthamer bewerkt, ten einde het vertinsel blank en glanzend te maken. Zie ook het lemma "afkloppen" en afb. 151. [N 64, 39e; N 66, 6e; N 66, 30; monogr.]
II-11
|
21437 |
politieagent |
agent:
aagènt (Q095p Maastricht),
agɛnt (Q095p Maastricht),
diender:
deender (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
deendər (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
dēndər (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst heb ik letterlijk, zoals invuller het genoteerd heeft overgenomen!
deendər (Q095p Maastricht),
govie?:
goovie (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
goovĭĕ (Q095p Maastricht),
govie (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
gōōvie (Q095p Maastricht),
gōvi (Q095p Maastricht),
Opm. v.d. invuller: is scheldnaam.
govie (Q095p Maastricht),
koperen, een ~:
vgl. Maastricht Wb. (pag. 205): koperen, kopere, 2. (jongenst.) politieagent.
kōpərə (Q095p Maastricht),
politie (<lat.):
pliesie (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
pèlisie (Q095p Maastricht),
pəlīti (Q095p Maastricht),
politieagent:
politieagent (Q095p Maastricht),
smeris:
smērəs (Q095p Maastricht)
|
een agent van politie [linkert, agent] [N 90 (1982)] || politieagent [ZND m] || Politieagent. [ZND 05 (1924)]
III-3-1
|
32169 |
politoer |
politoer:
pǫlǝtūr (Q095p Maastricht)
|
Oplossing van schellak in alcohol die dient om het oppervlak van houten meubelen met een harde, spiegelgladde laag te bedekken. [N 56, 63a-b; monogr.]
II-12
|
19482 |
pollepel |
pollepel:
pollepel (Q095p Maastricht),
potlepel:
potlepel (Q095p Maastricht),
poͅtlē.pəl (Q095p Maastricht),
poͅtlēpəl (Q095p Maastricht),
om soep mee te serveren
pòtleepel (Q095p Maastricht),
soeplepel:
soplepel (Q095p Maastricht)
|
Het holle gedeelte van een lepel waarin het eten wordt opgeschept (lepel, holte) [N 79 (1979)] || lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || pollepel [ZND 04 (1924)] || soeplepel
III-2-1
|
17657 |
pols |
pols:
pols (Q095p Maastricht),
pōls (Q095p Maastricht),
pôls (Q095p Maastricht)
|
pols [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
18292 |
polsmof |
handmofje:
handmufke (Q095p Maastricht),
moffel:
moffel (Q095p Maastricht),
moffeltje:
muffelke (Q095p Maastricht),
mofje:
mufkes (Q095p Maastricht),
polsmof:
polsmof (Q095p Maastricht)
|
polsmof, kort gebreid kledingstuk ter verwarming van pols en hand [sjtoek, polsmof, handmufke, armmufke, molleke, moefke] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33807 |
pommelee, appelschimmel |
appelschimmel:
apǝlšømǝl (Q095p Maastricht)
|
Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e]
I-9
|
25382 |
pompen |
pompen:
pompǝ (Q095p Maastricht)
|
Eén van de poten bewegen om zo het bloed beter te laten uitstromen nadat de keel van het dier is doorgesneden. [N 28, 14; monogr.]
II-1
|
24431 |
pompen van de meikever |
geld tellen:
geldtelle (Q095p Maastricht),
proberen:
Endepols
probeere (Q095p Maastricht),
tellen:
WLD
telle (Q095p Maastricht)
|
Hoe noemt u de meikever: een soort kever, 24-30mm lang; met dekschild, de poten en sprieten zijn bruinrood, de kop en het borststuk zwart met op de onderzijde een dichte witte beharing; de buiksegmenten zijn zwart met aan elke zijde een opvallende, helwit [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het herhaalde malen de vleugels bewegen voordat hij opvliegt, gezegd van een meikever (geld tellen) [N 83 (1981)]
III-4-2
|