23695 |
portiuncula-aflaat |
portiuncula:
porsjoekela (Q095p Maastricht),
portiuncula-aflaat:
de pasjónkele aflaot (Q095p Maastricht),
persjonkele aoflaot (Q095p Maastricht),
persjónkele-aoflaot (Q095p Maastricht),
pòrsjunkələ aoflaot (Q095p Maastricht),
portiunculens:
pontsiunkles (Q095p Maastricht)
|
De kerk in- en uitgaan bij het bidden van de toties-qoties-aflaat. Dat kon men doen: a)op het Portiuncula-feest, b)op het feest van O.L. Vrouw van de Rozenkrans (7 oktober) en c)in de namiddag en avond van Allerheiligen en op de dag van Allerzielen. [pars [N 96B (1989)] || De portiuncula-aflaat, die verdiend kon worden op het Portiunculafeest op 2 augustus [portsiónkela-ablas?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22807 |
portret, foto |
portret (<fr.):
portrèt (Q095p Maastricht)
|
Portret: a) geschilderde, gefotografeerde afbeelding van een persoon.
III-3-2
|
24365 |
pos |
jood:
joed (Q095p Maastricht),
WBD/WLD
jŏĕt (Q095p Maastricht),
joodje:
juudsje (Q095p Maastricht),
Endepols
juudsje (Q095p Maastricht),
WBD/WLD
juutsjə (Q095p Maastricht)
|
Hoe noemt u de pos: een zoetwatervis met een groenachtige bruine rug. De onderzijde is zilverwit. Hij is overdekt met bruine vlekjes, ook op de vinnen. Beide rugvinnen zijn door een vlies met elkaar verbonden. Hij kan ongeveer 20cm lang worden (post, pos, [N 83 (1981)]
III-4-2
|
32172 |
post |
middenstuk:
medǝstø̜k (Q095p Maastricht)
|
Stijl die tussen twee andere stijlen, de hoekstijlen, wordt aangebracht. Zie ook afb. 169. [N 56, 129d; monogr.]
II-12
|
21203 |
postbode |
brievenbesteller:
breevəbəstellər (Q095p Maastricht),
brievendrager:
brevendreger (Q095p Maastricht),
brievenfacteur (<fr.):
breve facteur (Q095p Maastricht),
brevefakteur (Q095p Maastricht),
facteur (fr.):
facteur (Q095p Maastricht),
fakteur (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
faktuir (Q095p Maastricht),
faktør (Q095p Maastricht),
fàktèùr (Q095p Maastricht),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst heb ik letterlijk, zoals invuller het genoteerd heeft overgenomen!
fààktēūr (Q095p Maastricht),
post:
də pos (Q095p Maastricht),
pos (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
postbode:
pòsboodə (Q095p Maastricht),
postman:
Opm. is moderne benaming.
pósmaan (Q095p Maastricht)
|
de persoon die de post bezorgt [bode, postbode, fak, fakteur, briefdrager, postknecht, postloper, post] [N 90 (1982)] || postbode [RND]
III-3-1
|
33573 |
postelein |
porselein:
porselein (Q095p Maastricht),
porsəleͅjn (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
postelein:
postəlè:in (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht)
|
postelein [ZND 05 (1924)], [ZND 15 (1930)]
I-7
|
21141 |
postkoets |
diligence (fr.):
dieliezjaos (Q095p Maastricht),
dilligence (Q095p Maastricht),
dĭĕlĭĕzjaos (Q095p Maastricht),
postkar:
poskaar (Q095p Maastricht),
postkoets:
poskojts (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
poskouts (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
poskŏŭts (Q095p Maastricht),
postwagel:
póswagel (Q095p Maastricht),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst heb ik letterlijk, zoals invuller het genoteerd heeft overgenomen!
pòswáágəl (Q095p Maastricht)
|
een reiswagen in geregelde dienst voor het vervoer van passagiers [postkoets, post, postkaars, diligence] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21207 |
postzegel |
postzegel:
poszeegəl (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
poszegel (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
poszegəl (Q095p Maastricht),
pòsseegəl (Q095p Maastricht),
pòszeegəl (Q095p Maastricht),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst heb ik letterlijk, zoals invuller het genoteerd heeft overgenomen!
pòszeechəl (Q095p Maastricht)
|
het rechthoekige gekleurd stukje papier dat men op brieven etc. plakt om daarmee de port te betalen [postzegel, kopje, tember, zegel] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20028 |
potaarde |
aarde:
ērt (Q095p Maastricht)
|
Aarde of klei die geschikt is om er aardewerk van te bakken. [N 49, 1a; N 27, 48; L 35, 78; monogr.]
II-8
|
33171 |
poten |
planten:
pla.ntǝ (Q095p Maastricht),
poten:
pōtǝ (Q095p Maastricht),
zetten:
zętǝ (Q095p Maastricht)
|
In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b]
I-5
|