e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

Gevonden: 8094
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bezorgen bezorgen: bǝzø̜rgǝ (Maastricht), serveren: sɛrvērǝ (Maastricht), uitbrengen: ūtbreŋǝ (Maastricht) Brood thuis bezorgen. Het woordtype "kremeren" duidt op het feit dat het brood niet door de rondbrenger gebakken is maar dat het door een grote bakkerij of broodfabriek geleverd wordt. Een eventueel opgegeven object "brood" wordt niet gedocumenteerd. [N 29, 99a, N 29, 99b; N 29, 100 add.; monogr] II-1
bezwaarlijk bezwaarlijk: bezwoerelik (Maastricht), bezwoerlik (Maastricht, ... ), bezwuurlek (Maastricht), bezwuurlik (Maastricht, ... ), bəz.wōērlik (Maastricht), bəzwoerluk (Maastricht), bəzwoerlək (Maastricht), bəzwuurlək (Maastricht), kwalijk: koelik (Maastricht) bezwaarlijk || zwaar vallend [bezwaarlijk, kwalijk] [N 85 (1981)] III-1-4
bezwijming flauwte: flajte (Maastricht, ... ), flawtə (Maastricht) Bezwijming: flauwte, onmacht (kwalijkte, kwalijkvaart, zwijm, zwijmel). [N 84 (1981)] III-1-2
bibberen beven: beejve (Maastricht), bēvə (Maastricht), bibbelen: boͅbələ (Maastricht), bubbele (Maastricht), bubbələ (Maastricht), bibbelezenes hebben: b.v. de bubbelesenes hobbe = bibberen  bubbələsēnəs (Maastricht), bibberen: beͅbərə (Maastricht), bibbere (Maastricht, ... ), bubbere (Maastricht), razelen: razele (Maastricht), rijderen: rere (Maastricht), schuiverij: (sjevraoje) (Maastricht) beven [rijde, ridde, riere, rijgele, rijere] [N 10a (1961)] || beven, bibberen [ZND m] || bibberen [ZND 01 (1922)], [ZND m] III-1-2
biddag bededag: beijdaag (Maastricht), dag van aanbidding: nen daag vaan aonbidding (Maastricht) Een dag van aanbidding van het Allerheiligste in de loop van het jaar, per parochie verschillend [biddag, bèèjdaag?]. [N 96B (1989)] III-3-3
biddag voor het gewas bededag: de Bèj-daag veur `t gewas (Maastricht) De Biddag voor het Gewas. [N 96C (1989)] III-3-3
bidden beden: beie (Maastricht), beije (Maastricht, ... ), bèjje (Maastricht), bèye (Maastricht), bɛj:ə (Maastricht), gewoonlijk reflexief  bèije (Maastricht), zich beden: (ziech) bèjje (Maastricht), zich beije (Maastricht), zich bàjje (Maastricht), ziech beije (Maastricht, ... ), ziech bèjə (Maastricht) Bidden, beden, zich beden [bidde, bèèje, zich bèèje, zich bèëne?]. [N 96B (1989)] || Bidden. [ZND 01 (1922)] III-3-3
bidden uit dankbaarheid bedanken: (be)daanke (Maastricht), beden uit dankbaarheid: beye oet daankbaarheid (Maastricht), bèjje oet daankbaarheid (Maastricht), danken: daanke (Maastricht, ... ) Bidden uit dankbaarheid [danke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bidden uit dankbaarheid: dankgebed dankzeggens: daank(e)zègkes (Maastricht) Bidden uit dankbaarheid [danke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bidprentje bidprentje: beijprintsje (Maastricht), dodenprentje: doedeprintsje (Maastricht), doodsprentje: doedsprinsje (Maastricht), doedsprintsje (Maastricht), doĕdspreentje (Maastricht), doodsprintsje (Maastricht) De dialectnaam van het bidprentje (doodsbeeldeke, rouwprentje, gedachtenis [ZND 43 (1943)] || doodsprentje || een bidprentje, doodsprentje, gedachtenisprentje, tijdens de uitvaartdient uitgereikt, "beeldje"[doeëdetsiddel] [N 96D (1989)] III-2-2