e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

Gevonden: 8094

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aanrekenen aanbetaling (zn.): aonbetaoling (Maastricht), afrekenen: aofreekənə (Maastricht), in rekening brengen: in rekening bringe (Maastricht), manen: (bij herhaling).  maone (Maastricht), Van Dale: IV. manen, 1. (iem.) met aandrang herinneren aan een verplichting, hem opwekken tot het vervullen ervan, m.n. tot betaling.  maone (Maastricht, ... ), rekenen: reenkənə (Maastricht), rekenen (Maastricht), tellen: téllə (Maastricht) betaling vragen voor een geleverd artikel; in rekening brengen [schrijven, aankalken] [N 89 (1982)] III-3-1
aanrijgen invamen: inveeme (Maastricht), inveemə (Maastricht), inveme (Maastricht), invéme (Maastricht), rijgen: reige (Maastricht, ... ), rijge (Maastricht, ... ), rijgə (Maastricht), rijjgə (Maastricht), ry(3)̄ge (Maastricht), vamen: veemə (Maastricht, ... ) tot een snoer verenigen [ritsen, resemen, rijgen] [N 91 (1982)] III-4-4
aanstaan aanstaan: aonstoon (Maastricht, ... ), oanstoon (Maastricht), behagen: behaage (Maastricht), bevallen: bevalle (Maastricht, ... ), bəvallə (Maastricht), bəvàllə (Maastricht), gaden: gaoje (Maastricht, ... ), dat gaotj miech: dat bevalt mij, dat heb ik gaarne begaoje= begaden  gaoje (Maastricht), in de smaak vallen: in de smaak valle (Maastricht), uitstaan: ūtstǭn (Maastricht) behagen, bevallen, aangenaam zijn [gaden, gaaien, aanstaan] [N 85 (1981)] || bevallen, behagen || gaden || Gezegd van de hoeken van een bouwwerk, wanneer deze na het uitmeten definitief vastgesteld zijn. In Q 83 werd de term 'aanstaan' in een iets andere betekenis gebruikt. Zodra de muren van een huis in aanbouw een eerste maal gemetseld waren en het grondplan zodoende vastlag, werden de uitzetplanken verwijderd. Men zei dan dat het huis 'aanstond'. [N 31, 10a; monogr.] II-9, III-1-4
aansteller schijtmaker: schietmeeker (Maastricht) zich aanstellen [N 102 (1998)] III-3-1
aanstoot aanstoot: aonstoet (Maastricht), ergernis: erregernis (Maastricht), èrgernis (Maastricht) Ergernis, aanstoot [aring]. [N 96D (1989)] III-3-3
aanstoot geven aanstoot geven: aanstoet geevə (Maastricht), aonstoet geevə (Maastricht), aonstoet geve (Maastricht), aonstoot geve (Maastricht), choqueren: sjókkere (Maastricht), ergeren: də luij èrrəgərə (Maastricht), ergere (Maastricht, ... ), erregere (Maastricht), ergernis geven: erregernis geve (Maastricht), krenken: krénkə (Maastricht) ergeren, aanstoot geven || mensen ontstemming of ergernis geven door onzedelijk gedrag [geven] [N 85 (1981)] III-1-4
aanvangen, beginnen beginnen: beginne (Maastricht) beginnen III-1-4
aanwassen op de tanden haken: hø̜̄k (Maastricht) Knobbelvormige aanwassen op de tanden. Als de wrijfvlakken van de beneden- en bovenkaak elkaar niet geheel dekken, ontstaan door de ongelijkmatige afslijting scherpe haken op de hoektanden. Zij komen vooral voor vanaf zevenjarige leeftijd en ontwikkelen zich het sterkst als het paard negen jaar oud is. [JG 1b, 1c, 2c; N 8, 91] I-9
aanwezigheid aanwezigheid: aonwezigheid (Maastricht), daar zijn: dao zien (Maastricht), daozien (Maastricht), present zijn: présènt (zijn) (Maastricht), presentie: present(ie) (Maastricht), prəsensie (Maastricht) de aanwezigheid, het aanwezig zijn [antwoord] [N 91 (1982)] III-4-4
aanwijzen aantonen: aontuine (Maastricht), aanwijzen: aonwieze (Maastricht), aonwiezə (Maastricht), reiken: reike (Maastricht), réékə (Maastricht), wijzen: wieze (Maastricht, ... ), wiezə (Maastricht, ... ), wīēzə (Maastricht), wíéze (Maastricht) aanwijzen || arm en hand uitstrekken naar iets of in de richting van iets om er de aandacht op te vestigen of om het te tonen [duiden, wijzen] [N 85 (1981)] III-1-4