19593 |
stallamp |
lucht:
fakkel of stallantaarn
luuch (Q095p Maastricht)
|
lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
21135 |
stallen |
koorbanken:
koerbaanke (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
neerzetten:
neerzéttə (Q095p Maastricht),
parkeren:
pərkeerə (Q095p Maastricht),
stallen:
stalle (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
stallə (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
stàllə (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
stalles:
stalles (Q095p Maastricht),
stationeren (<fr.):
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst heb ik letterlijk, zoals invuller het genoteerd heeft overgenomen!
stáátijooneerə (Q095p Maastricht),
zetten:
zètte (Q095p Maastricht)
|
[voertuigen, rijwielen enz.] in een garage of bewaarplaats zetten [stallen, stationeren, garen] [N 90 (1982)] || De koorbanken aan de zijkanten van het priesterkoor [stallen, stalles, koorstallen, koorstoelen, kanunnikenbanken]. [N 96A (1989)]
III-3-1, III-3-3
|
33369 |
stalpalen |
ijzers:
īzǝrs (Q095p Maastricht),
stalpalen:
(enk)
stalpǭl (Q095p Maastricht)
|
De vertikale houten palen (later vaak ijzeren stangen of buizen) waar de koeien aan vastgebonden worden. Tussen twee palen door kan een koe uit een krib eten. Van onderen staan de palen in een verbindingsbalk (zie het lemma "koedrempel, kribbeboom" (2.2.20), soms in de grond of in de rand van de krib. Van boven worden de stalpalen bijeen gehouden door de bovenste kribbeboom. In veel plaatsen komen geen stalpalen voor. De koeien zijn dan vastgebonden aan ringen in de krib of aan ringen in de koedrempel. Modernere stallen kennen dan vaak wel weer stalpalen. Opgaven die geen stalpaal betreffen maar een ring etc. zijn apart geplaatst en meestal slechts als woordtype vermeld. De vraag naar de stalpalen deed een aantal respondenten denken aan een box. Deze opgaven zijn achteraan geplaatst. Onder de in dit lemma opgenomen enkelvoudsvormen zijn er die ook gebezigd kunnen worden voor het hekwerk van stalpalen (als collectief), voor de bovenste kribbeboom of voor de koedrempel. Zie ook afbeelding 8 bij het lemma "voorstal" (2.2.5) en afbeelding10.B bij het lemma "koeienstand" (2.2.23). [N 5A, 38a; N 4, 60; A 10, 11; monogr.]
I-6
|
33345 |
stalpoort, staldeur |
achterdeur:
axtǝrdø̄r (Q095p Maastricht),
deeldeur:
dęi̯ldø̄r (Q095p Maastricht),
staldeur:
[stal]dø̄r (Q095p Maastricht),
stalpoort:
[stal]pōrt (Q095p Maastricht)
|
In dit lemma worden de algemene benamingen verzameld voor de deur van een stal of koestal, zowel die voor de dubbele deur of poort als ook die van de enkele deur die alleen voor personen wordt gebruikt. Aan de hand van de vaak transparante samenstellingen is doorgaans wel uit te maken op welk type poort of deur de benaming betrekking heeft, waar deze zich bevindt of welk doel zij heeft. Vergelijk ook de lemmata "voorstaldeur" (2.2.11), "schuurpoort" (3.1.2) en "poort" (4.1.1). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2) en voor die van het woorddeel (koestal) het lemma "koestal" (2.2.1). [N 5A, 51b, 52a, 53c; N 4, 39; N 5,112a; A 10, 7a; monogr.; add. uit N 5A, 34b, 44b]
I-6
|
24579 |
stam van de boom |
stam:
sjtam (Q095p Maastricht),
staam (Q095p Maastricht),
stam (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
stem mv (Q095p Maastricht),
Endepols
stam (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
WBD/WLD
stam (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
stàm (Q095p Maastricht),
stám (Q095p Maastricht),
WLD
stam (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
stām (Q095p Maastricht),
stamme:
stamme (Q095p Maastricht)
|
boomstam [ZND m] || Het deel van een boom van de wortels tot aan de takken (stam, bol). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24728 |
stam van de knotwilg |
knots:
WLD
knotse (Q095p Maastricht),
stam:
eigen spellingsysteem
sjtam (Q095p Maastricht),
Endepols
staam (Q095p Maastricht),
stam (Q095p Maastricht),
WBD/WLD
stàm (Q095p Maastricht),
wijdenboom:
?
weijeboum - hout (Q095p Maastricht)
|
De stam van de knotwilg. [N 82 (1981)]
III-4-3
|
34028 |
stamboekkoe |
volbloedkoe:
vǫlblōt[koe] (Q095p Maastricht)
|
Koe van geregistreerde afstamming. Zie ook de toelichting bij het lemma ''koe van geregistreerde afstamming'' in wbd I.3, blz. 330. Zie afbeelding 2. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 3c; monogr.]
I-11
|
30038 |
stampbeton |
stampbeton:
stamp˱[beton] (Q095p Maastricht),
stāmp˱[beton] (Q095p Maastricht)
|
Betonsoort die wordt verkregen door de aardvochtige betonspecie met houten of stalen stampers zo lang te bewerken totdat het water erin aan de oppervlakte komt. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(beton)' het lemma 'Beton'76521. [N 30, 47b; monogr.]
II-9
|
26871 |
stamper |
dam:
dam (Q095p Maastricht),
dammer:
damǝr (Q095p Maastricht)
|
Blok, voorzien van één of twee handvatten, dat wordt gebruikt om zand- en kalkkluiten fijn te maken, beton aan te stampen en aarde vast te drukken. Een stamper kan van hout of ijzer vervaardigd zijn. Zie ook afb. 7. [N 30, 20; monogr.]
II-9
|
31602 |
stampijzer |
stampijzer:
stamp˱īzǝr (Q095p Maastricht)
|
Hoefijzer waarin geen gleuf is aangebracht. In een stampijzer worden de nagelgaten afzonderlijk ingestampt door de gehele dikte van het ijzer. [N 33, 353]
II-11
|