34263 |
stremsel |
stremsel:
stręmsǝl (Q095p Maastricht)
|
Het zuur dat bij de melk wordt gevoegd om het te laten stollen. [A 7, 26; N 3E (II]
I-11
|
18776 |
streng |
hel:
hel (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
helle (Q095p Maastricht),
hèl oordeilend (Q095p Maastricht),
keihel:
keij hel (Q095p Maastricht),
star:
star (Q095p Maastricht),
strang:
strāŋk (Q095p Maastricht),
streng:
sjtréng (Q095p Maastricht),
streng (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
strèn-g (Q095p Maastricht),
strèng (Q095p Maastricht),
strɛŋ (Q095p Maastricht),
strengetje:
streŋskǝ (Q095p Maastricht),
wrong:
vrø̄ŋk (Q095p Maastricht),
zich op zijn stuk houden:
ziech op ze stök hawwe (Q095p Maastricht)
|
Een streng garen, een gewonden en veelal ineengedraaide bundel waarin garen in de handel komt. De woordtypen lood, half lood, loodje en onsje duiden op een bepaalde hoeveelheid gewicht garen. [N 62, 56c; L 7, 58; L 28, 14; Gi 1.IV, 25; MW; S 36; monogr.] || niet toegevend, weinig vrijheid veroorlovend, stipt oordelend volgens wet of voorschrift [strak, streng, hard] [N 85 (1981)] || streng
II-7, III-1-4
|
18777 |
streng garen [cf. wld ii.7: 24-25] |
knot:
groot
knot (Q095p Maastricht),
strang:
ene strāānk (Q095p Maastricht),
strānk (Q095p Maastricht),
streng:
streng (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
strengetje:
klein
strengske (Q095p Maastricht),
wrong:
#NAME?
ene vrūnk (Q095p Maastricht),
(wrong)
vroonk (Q095p Maastricht)
|
Aantal te samen gedraaide of gewonden bundel draden waarin garen in de handel komt (streng, streen, kluit) [N 79 (1979)] || Het wollen breigaren wordt in strengen verkocht: hoe heet zo een streng garen? [ZND 28 (1938)], [ZND m]
III-1-3
|
33971 |
strengbeugels |
schakels:
schakels (Q095p Maastricht)
|
Beugels die de strengen met het haam of het borsttuig verbinden. Als deze verbinding uit haken bestaat, spreekt men van strenghaken (zie lemma Strenghaken). Een aantal informanten maakt in de benaming voor dit verbindingsstuk echter geen onderscheid tussen haken en beugels. De benamingen die voor haken én beugels in het algemeen zijn opgegeven, werden hier voorop geplaatst. [N 13, 59a]
I-10
|
29140 |
strengen |
klinken:
kleŋkǝ (Q095p Maastricht)
|
Kettingen of touwen waarmee een paard de kar of wagen trekt. Het ene uiteinde ervan zit aan de trekhaken van het haam of van het borsttuig vast, het andere aan de voorste schei of aan een haak in de berrie van de kar of wagen. De benamingen voor strengen die uit touw vervaardigd zijn, werden achteraan geplaatst. Bij het woordtype strengen is niet altijd mogelijk uit te maken of de opgegeven dialectvariant enkelvoud of meervoud is. Het lemma Veldstrengen, dat zijn strengen waarmee een paard een akkerwerktuig voorttrekt, is al eerder behandeld in WLD I, afl. 2, p. 178. [JG 1a, 1b, 2a, 2b, 2c; N 13, 57, 58a en 58b]
I-10
|
33972 |
strenghaken |
haken:
(enk)
hǭk (Q095p Maastricht)
|
Haken die de strengen met het haam of het borsttuig verbinden. Zie ook opmerking onder het lemma Strengbeugels. [N 13, 59b]
I-10
|
25599 |
strepen maken op het deegbrood |
kerven:
kɛrvǝ (Q095p Maastricht),
snijden:
snęjǝ (Q095p Maastricht)
|
Met een mes of iets dergelijks strepen trekken op het deegbrood. Zie afb. 21. [N 29, 43; monogr.]
II-1
|
32649 |
strijkbord, riester |
riester:
rēi̯stǝr (Q095p Maastricht)
|
Het strijkbord, riester of rooster is het op de ploegschaar volgend ijzeren (vroeger houten) blad, dat de grond die door kouter en schaar is losgesneden, omkeert en in de vorige voor schuift. Men zie ook de toelichting bij het lemma ploegschaar. [A 26, 6; Lu 4, 6; JG 1a + 1b; N 11, 31.I.a; N 11A, 85d + 87b + 88b + 89c; monogr.]
I-1
|
26680 |
strijker |
strijker:
strī.kǝr (Q095p Maastricht)
|
Paard dat de poten te dicht bij elkaar zet en tijdens het gaan met de enkels tegen elkaar wrijft, waardoor vooral verwondingen aan de kogel (zie het lemma ''kogel'' 3.5.6) kunnen ontstaan. Vgl. het lemma ''haarenkelen'' (5.26). [N 8, 84d]
I-9
|
19442 |
strijkijzer |
amerenijzer:
dat n.l. ¯s zomers met \"aomere\"werd verwarmd
aomere-iezer (Q095p Maastricht),
strijkijzer:
striekiezer (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
( 2 x lang )
striekiezer (Q095p Maastricht),
Bekend voorwerp om ermee linnen enz, te strijken ¯t striekiezer is gleujetig heit, verbran dich neet èllektriese striekiezers en striekiezers mèt aomere
striekiezer (Q095p Maastricht)
|
strijkijzer || Werktuig om linnengoed mee te strijken (strijkijzer, ijzer, strijkbout) [N 79 (1979)]
III-2-1
|