e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tafelzuster; niet te gebruiken tafelzuster: niet gebr. in het dialect  tōͅfəlzøstər (Maastricht) tafelzuster [DC 05 (1937)] III-2-2
taillewijdte taillewijdte: taljǝwęjdǝ (Maastricht) De maat gemeten horizontaal om het lichaam in de holte van de taille met (voor heren) twee vingers tussen het lichaam en de centimeter. Zie afb. 27. [N 59, 44c; N 62, 2b] II-7
tak (alg.) bladertak (mv.): bladertakken  blaajertek mv (Maastricht), tak: tak (Maastricht, ... ), takke (Maastricht), takke mv (Maastricht), tek (Maastricht), tek mv (Maastricht, ... ), tek/takke mv (Maastricht), Endepols  tak (Maastricht), WBD/WLD  tàk (Maastricht), takje: teksje (Maastricht), tekske (Maastricht), Endepols  tekske (Maastricht) (jonge) takken mv. [DC 41 (1966)] || Een twee- of meerjarige twijg (tak, spil, tekker). [N 82 (1981)] || tak III-4-3
tak op ingezaaid land bode: bode (Maastricht) De tak, stok of bundel stro die men op de pas ingezaaide akkers plaatste om aan te geven dat deze niet betreden mochten worden door jagers en anderen. Voor streep, zie WNT s.v. in de betekenis "grensteken". [N M, 26; monogr.] I-4
tak van een geslacht familie: familie (Maastricht), femielie (Maastricht), femilie (Maastricht, ... ), fəmielie (Maastricht, ... ), fəmīēlie (Maastricht), fəmīēlīē (Maastricht), generatie: ginnerasie (Maastricht), geslacht: geslach (Maastricht), tak: tak (Maastricht), tāk (Maastricht) de tak van een geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)] || generatie || geslacht III-2-2
takken (coll.) kroon: kroen (Maastricht, ... ), Endepols  kroen (Maastricht, ... ), WBD/WLD  kroen (Maastricht), kruin: Endepols = alle takken samen met de bladdragende takmassa  de kroen (Maastricht), tak (mv.): WBD/WLD  tèk (Maastricht), takgestel: takgestèl (Maastricht) Alle takken samen (griend, kroon, gezwaai). [N 82 (1981)] || takken coll. III-4-3
takken krijgen tak (mv.) krijgen: Endepols  tek kriege (Maastricht, ... ), WBD/WLD  tèk krīēgə (Maastricht), takken: Endepols  takke (Maastricht), takken krijgen: takke kriege (Maastricht), takkə kriegə (Maastricht), WLD  takke kriege (Maastricht), uitlopen: oetloupe (Maastricht), uitspringen: Endepols  oetspringe (Maastricht) Takken krijgen, gezegd van een boom (takken). [N 82 (1981)] III-4-3
takkenbos schans: sjans (Maastricht) takkebos III-4-3
takkenbossen schansen: šānsǝ (Maastricht) Bossen dorre takken, tot een bundel bijeengebonden, waarmee de oven werd aangestoken. In Q 83 werd voor het aanmaken ook wel gekloven hout (geklu\v\n (h)ōt) gebruikt, onder meer acaciahout. [N 98, 124; monogr.] II-8
talie, maat van 1/16 el (4,25 cm) talie: taalje (Maastricht), talie (Maastricht, ... ), tāāliejə (Maastricht), een Ma. talie was 4 cm., 2 mm.  taalje (Maastricht), talie (Maastricht) de maat die een lengte aangeeft van 4,25 cm, dat is 1/16 deel van een el (68 cm) [talie] [N 91 (1982)] || talie, onderverdeling van de el III-4-4