e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
toegangsprijs entree (<fr.): antree (Maastricht, ... ), aontree (Maastricht), entre (Maastricht), entree (Maastricht, ... ), ē.ntree (Maastricht), ĕntree (Maastricht), éntree (Maastricht, ... ), entreegeld (<fr.): entreegeld (Maastricht) de prijs die men moet betalen om ergens binnen te komen [entree, inkom, inkomgeld, inkomprijs] [N 89 (1982)] III-3-1
toegangsweg naar het erf inrit: enret (Maastricht) Toegangsweg of oprijlaan naar het boerenerf. [N 5A, 75a; N 5, 110; N P, 2 add.; monogr.] I-8
toekruid, algemeen kruid: kroet (Maastricht), kruije (Maastricht), kruijə (Maastricht), Endepols  kruije (Maastricht, ... ), WBD/WLD  kruijə (Maastricht, ... ), kröjə (Maastricht), WLD  kruijə (Maastricht), kəröjə (Maastricht), WLD b.v. lawweleerblaat, groffelsneegel  kroet (Maastricht), laulierblad: WLD additie bij vraag 146 (laurierblad)  lawweleerblaat (Maastricht) De kruiden die bij de bereiding bij groente of vlees gevoegd worden om de smaak van het gerecht te verbeteren, in het algemeen (kruid, toekruid, specerij). [N 82 (1981)], [N 82 (1981)] I-7
toepen (kaartspel) toepen: toepen  toͅpə (Maastricht) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
toeslag opgeld: opgeld (Maastricht, ... ), opgelt (Maastricht), opgèlt (Maastricht), percenten (mv.): percente (Maastricht), toeslag: touslaag (Maastricht, ... ), touwslaag (Maastricht), tòwslaag (Maastricht) het geld wat men voor kosten boven de koopprijs moet betalen op een veiling [onraad, ongeld, kavelgeld, herengeld, beugelgeld, toeslag] [N 89 (1982)] III-3-1
toestel waarin men kinderen leert lopen leiband: leiband (Maastricht), loopkorf: laupkorref (Maastricht), loupkurref (Maastricht), loupkörref (Maastricht), lowpkörref (Maastricht), lōūpkö.rrəf (Maastricht), lòpkurf (Maastricht), (vroegere benaming).  loupkörref (Maastricht) toestel waarin men kinderen leert lopen [lei, stuik, looprek, loopwagen, loopkorf, loopmand] [N 86 (1981)] III-2-2
toestemming goedkeuring: goodkuiring (Maastricht), mogen: maagə (Maastricht), permissie: permissie (Maastricht), pərmisĭĕ (Maastricht), toestemming: toustumming (Maastricht, ... ), touwstumming (Maastricht, ... ), towstumming (Maastricht), tòwstumming (Maastricht), tôwstummin-g (Maastricht) goedkeuring om iets te mogen doen [toestemming, konsent] [N 85 (1981)] || toestaan een handeling te verrichten [laten begaan, betijen, getijen, gewaren, loslaten] [N 85 (1981)] || toestemming III-1-4
toilet bril: Iech höb ¯nen havendaag op de brèl gezete en mer \"toezjoer door, Lewie\  brèl (Maastricht), gemak: Heer zit op ¯t gemaak: bestekamer  gemaak (Maastricht), huisje: høͅi̯skə (Maastricht, ... ), WC  huiske (Maastricht) gemak || plee || wc, toilet [N 05A (1964)] III-2-1
tol dop: Ook: priktol.  dop (Maastricht) Dop [tol]. [ZND m] III-3-2
tolboom barrier (<fr.): bereer (Maastricht, ... ), breer (Maastricht, ... ), bəreer (Maastricht, ... ), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst heb ik letterlijk, zoals invuller het genoteerd heeft overgenomen!  bər.reer (Maastricht), Opm. v.d. invuller: bereer betalen = tol betalen.  bereer (Maastricht), slagboom: slaagboum (Maastricht), ps. boven de "ò"staat nog een lengteteken; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.  sláágbòm (Maastricht) de boom waarmee de weg kan worden afgesloten op de plaats waar men tol moet betalen [barrier, brier] [N 90 (1982)] III-3-1