30773 |
vensterglas |
ruit:
rūt (Q095p Maastricht
[(diminutief: rytšǝ)]
),
vensterglas:
venstǝrglās (Q095p Maastricht),
vensterruit:
venstǝrrūt (Q095p Maastricht)
|
Het voor glasruiten meest gebruikte materiaal. Vensterglas is leverbaar in drie diktes: enkeldik: 1,5 à 2 mm, dubbeldik: 3 à 4 mm en tripel 4 à 8 mm dik. [N 67, 89b; monogr.; Vld.]
II-9
|
30332 |
vensterluiken |
blaffeturen:
blafǝtȳrǝ (Q095p Maastricht),
blaffetuurs:
blafǝtȳrǝs (Q095p Maastricht),
blinden:
bl ̇enǝ (Q095p Maastricht)
|
Zie kaarten. De houten panelen die draaiend aan de buitenkant van het huis aan beide zijden van het raam zijn aangebracht. Er bestaan ook losse vensterluiken die 's avonds voor het raam worden geplaatst en 's morgens weer verwijderd worden. Zie voor het woordtype 'vensters' ook Van Keirsbilck I pag. 466 s.v. 'venster': ø̄Ook dikwijls gebruikt in den zin van een beweeglijk luik vóór een venster, aan den buitenkant.ø̄ [N 55, 65a; A 23, 18a; A 46, 11a; L 1 a-m; L 32, 75b; L 1u, 17; L B1, 155; L A2, 409; rnd 49 add.; monogr.; Vld.]
II-9
|
29898 |
ventilatiepan |
ventilatiepan:
ventilatiepan (Q095p Maastricht)
|
Dakpan met een ventilatie-opening. Een dergelijke opening werd in Q 202 een loftlok (loflǭk) genoemd. [N 32, 45a]
II-8
|
25074 |
veranderen |
veranderen:
veraandere (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
verandere (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
veranderen (Q095p Maastricht),
verendere (Q095p Maastricht),
verəndere (Q095p Maastricht),
vərandərə (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
vərààndərə (Q095p Maastricht),
vərəndərə (Q095p Maastricht),
vermaken:
vermake (Q095p Maastricht),
Nb. dit geldt alleen voor veranderen van kleding, b.v. nauwer maken.
vərmaakə (Q095p Maastricht)
|
anders maken [anderen, veranderen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
19020 |
verbaasd |
bevreemd:
bevreemp (Q095p Maastricht),
verbaasd:
vərbaas (Q095p Maastricht),
verbouwereerd:
verbouwereerd (Q095p Maastricht),
verwonderd:
verwonder (Q095p Maastricht),
verwoonderd (Q095p Maastricht),
verwónderd (Q095p Maastricht)
|
verbaasd, bevreemd, verwonderd zijn [toezien, staan zien] [N 85 (1981)] || vreemd toekijken [verwonderen, wonder geven, bewonderen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17914 |
verbergen |
verbergen:
verbērrege (Q095p Maastricht),
vərbe.rəgə (Q095p Maastricht),
vərbärgə (Q095p Maastricht)
|
verbergen [ZND 25 (1937)], [ZND m], [ZND m]
III-1-2
|
29894 |
verbeterde pan |
verbeterde pan:
verbeterde pan (Q095p Maastricht)
|
Algemene benaming voor een dakpan die voorzien is van zijsluitingen. Volgens de invuller uit Q 95 was de verbeterde dakpan geribbeld (g\røb\lt) van vorm. In L 360 was de pan voorzien van een sluiting (sløjte!), in Q 3 van een dobbelsluiting (dǫb\lslǫwte!). [N 32, 44b; monogr.]
II-8
|
21433 |
verbeuzelen |
lamenteren (<fr.):
Van Dale: lamenteren (<Fr.), weeklagen, jammeren, kermen.
lamentere (Q095p Maastricht),
lamməteerə (Q095p Maastricht),
ouwehoeren:
Van Dale: ouwehoeren, (inform. spreekt.), 1. vervelend kletsen, zemelen, zaniken; -2. langdurig, wat vertrouwelijk, intiem met elkaar praten.
awhooren (Q095p Maastricht),
verklenderen:
verklendere (Q095p Maastricht),
verklendere < verklennere < verklenere < verkleinere ? [Endepols 1955]
verklendere (Q095p Maastricht),
verkletsen:
vərklētsə (Q095p Maastricht),
zaniken:
Van Dale: zaniken, gedurig herhalend, aanhoudend en op een vervelende wijze over iets spreken, iets vragen.
zaneke (Q095p Maastricht),
zauwelaar (zn.):
zawweleer (Q095p Maastricht),
zauwelen:
ps. boven de à staat nog een lengteteken; deze combinatieletter kan ik niet maken/omspellen!
zàwwələ (Q095p Maastricht)
|
verspillen || zijn tijd met praten verbeuzelen [lameren] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18159 |
verbinden van een wonde |
verbinden:
verbinde (Q095p Maastricht),
vərbində (Q095p Maastricht),
windelen:
windele (Q095p Maastricht),
zwachtelen:
zwagtele (Q095p Maastricht)
|
verbinden: Een wond verbinden (banden, verbinden, zwachtelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
34575 |
verbindingspennen |
dübelen:
dȳbǝlǝ (Q095p Maastricht)
|
De houten of ijzeren pennen die de vergaringen met elkaar verbinden. [N 17, 66; N G, 45d]
I-13
|