25615 |
borstel waarmee het brood wordt gewassen |
afwasborstel:
ǭfwasbø̜rstǝl (Q095p Maastricht)
|
Vraag N 29, 51 luidde: "Waarmee wordt het brood, nadat het uit de oven is gehaald, gewassen?" Op grond van deze vraagstelling kwam er een aantal opgaven dat duidde op een werktuig. Deze opgaven zijn in dit lemma opgenomen. Vergelijk ook het lemma ''netborstel''. [N 29, 51]
II-1
|
17578 |
borstelig haar |
borstel:
beurstel (Q095p Maastricht),
borstelig haar:
beurstelig haor (Q095p Maastricht),
varkenshaar:
verkeshaor (Q095p Maastricht),
wc-borstel:
WC beurstel (Q095p Maastricht)
|
borstelig haar (stekkerhaar, pinhoor] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
30171 |
borstelwerk |
polierwerk:
pǝlērwęrǝk (Q095p Maastricht)
|
Wijze van voegen waarbij het oppervlak van de voeg een ruwe structuur vertoont. De voeg wordt daartoe eerst met mortel meer dan volgezet, vervolgens met de zijkant van de voegspijker gelijk met de voorkant van de steen afgestreken en tot slot met een borstel afgeborsteld. Voegen die op deze wijze waren gemaakt werden in Q 83 'Hollandse voegen' genoemd. Ze waren volgens de zegsman slecht van kwaliteit. [N 32, 34c; monogr.]
II-9
|
17631 |
borsten |
boezem:
boezem (Q095p Maastricht),
borsten:
boorste (Q095p Maastricht),
bourstə (Q095p Maastricht),
De informant merkt op dat hij 67 jaar is en reeds 30 weg uit Maastricht.
boorste (Q095p Maastricht),
marktkorf:
merretkörf (Q095p Maastricht),
memmen:
memme (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
tetjes:
tètteke (Q095p Maastricht),
tetten:
tette (Q095p Maastricht),
tètte (Q095p Maastricht),
De informant merkt op dat hij 67 jaar is en reeds 30 weg uit Maastricht.
tétte (Q095p Maastricht),
tieten:
tiete (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht)
|
borsten van de vrouw [mamme, memme, tette, tiete] [N 10c (1995)]
III-1-1
|
17765 |
borstkas |
borst:
bo:rs (Q095p Maastricht),
boors (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
boorste (Q095p Maastricht),
borstkas:
boorskas (Q095p Maastricht)
|
borst [ZND 01 (1922)] || Borst(kas): het voorste deel van het menselijk lichaam tussen hals en middenrif (borst, borstkas, kluter). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
33988 |
borstnet |
borstnet:
bōrsnęt (Q095p Maastricht)
|
Vliegennet dat alleen voor de borst van het paard wordt gehangen. [JG 1a, 1b; N 13, 83b]
I-10
|
33969 |
borstriem |
borstriem:
bōrsrēm (Q095p Maastricht)
|
Leren riem van het borsttuig die voor de borst van het paard zit. Zie ook opmerking onder lemma Borsttuig. [N 13, 52]
I-10
|
18400 |
borstrok |
borstrok:
boorsrok (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
vgl. humperok* (hemdrok).
boorsrok (Q095p Maastricht),
wordt nog gedragen door mensen op hogeren leeftijd
boorsrok (Q095p Maastricht),
hemdenrok:
humperok (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
[sic, cfr. ook vraagstelling]
humperok (Q095p Maastricht),
hemdrok:
hŭmprok, heumpròk (Q095p Maastricht),
lijfje:
lijfke (Q095p Maastricht)
|
borstrok || borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen [hemdrok, humperok, sjtoep, liefke, slaoplijf] [N 25 (1964)] || Borstrok. Is in uw dialect een algemeen woord bekend voor borstrok? Bedoeld wordt het warme kledingstuk dat over het hemd wordt gedragen? [DC 62 (1987)] || hemdrok
III-1-3
|
18603 |
borstrok (voor mannen) |
borstrok:
boorsrok (Q095p Maastricht),
hiereboorsrok (Q095p Maastricht)
|
borstrok voor mannen [N 25 (1964)] || Mannenborstrok. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18602 |
borstrok (voor vrouwen) |
borstrok:
gemaakt van gebreid weefsel, bv. wol
damesboorsrok (Q095p Maastricht),
lijfje:
lijfke (Q095p Maastricht)
|
borstrok voor vrouwen [N 25 (1964)] || Vrouwenborstrok. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|