e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mal

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlees conserveren inzouten: enzātǝ (Mal), inzātǝ (Mal) Meestal gebeurt dit conserveren door het vlees te zouten, te drogen of te roken, waardoor het vocht uit het vlees trekt. Moderner is de methode om het vlees in te vriezen. De respondent van L 413 vermeldt dat het vlees even wordt rondgedraaid in hete azijn. [N 28, 100; L 8, 128b; monogr.] II-1
vleeskoe vleeskoe: vlīsku (Mal) Koe die vlezig van bouw is. [N 3A, 149] I-11
vleesmade, larve van de bromvlieg made: moi (Mal) made, vleeswormpje [N 26 (1964)] III-4-2
vleesmolen vleesmachien: vlē̜smašīn (Mal), vleesmolen: vlɛsmjølǝ (Mal) Met de hand bediend molentje dat het vlees tot worstvlees kleinmaalt. Het gemalen vlees wordt door een buisje in de hierover geschoven, schoongemaakte darm geperst. [N 28, 116; N 28, 114; monogr.] II-1
vleien fletsen: Hè kan fletsen (Mal) Hij kan flikflooien (laag vleien, mouwstrijken, enz.). [ZND 23 (1937)] III-3-1
vleier fletser: fletser (Mal), mouwveger: mauwvèger (Mal), oogdienaar: vgl. WNT: oogendienaar, daarnevens oogdienaar, ... Iemand die eens anders ogen "dient", gehoorzaam is, die een ander naar de oogen ziet, vandaar: vleier.  oogdiener (Mal) een bloksleper (vleier) of andere woorden voor vleier, mouwveger enz. [ZND 32 (1939)] III-3-1
vlinder pepel: pi.pəl (Mal) vlinder, pepel [RND] III-4-2
vlinderdasje strikje: strikske (Mal) vlinderstropdas [nondejuuke, striekske] [N 23 (1964)] III-1-3
vlo (enk.) luis: laus (Mal), vlo: vlo (Mal) mensenvlo [N 26 (1964)] || vlo (znw enk) [foekket, zjwarte riejer] [N 26 (1964)] III-4-2
vlo (mv., fon.) vlie: vlee (Mal) vlo (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-2