21424 |
vlaams |
vlaams:
vlaamsj (Q192p Margraten)
|
Vlaams; bijvoeglijk naamwoord - [DC 47 (1972)]
III-3-1
|
24266 |
vlaamse gaai |
markolf:
merkəf (Q192p Margraten)
|
Hoe heet de Vlaamsche gaai? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
21394 |
vlag |
vaan:
vaan (Q192p Margraten)
|
vlag: Loopt Klaas voorop met de -? [DC 39 (1965)]
III-3-1
|
24457 |
vleermuis |
blaarmuis:
blaarmoes (Q192p Margraten),
vleermuis:
vleermoes (Q192p Margraten)
|
vleermuis [DC 40 (1965)]
III-4-2
|
20944 |
vlees |
vlees:
vleisch (Q192p Margraten)
|
vlees [DC 03 (1934)]
III-2-3
|
24348 |
vleesmade, larve van de bromvlieg |
made:
maaj (Q192p Margraten),
maje (Q192p Margraten)
|
made, alg. || made, vleeswormpje [N 26 (1964)]
III-4-2
|
33114 |
vlegelknuppel, slaghout |
vlegel:
[vlegel] (Q192p Margraten)
|
Het slaghout van de dorsvlegel is 50 à 60 cm lang en wat dikker dan het hout van de steel. Het is niet van het allerhardste hout gesneden, omdat het dan zou barsten bij het slaan op de grond; doorgaans is het van berkehout. Oorspronkelijk werd als benaming van dit "werkende deel" van het gereedschap de naam het geheel genomen, hier dus vlegel; we zagen dat ook bij de ''zeis'' (3.2.1) in aflevering I.3 en de ''zicht'' (4.3.1) in deze aflevering. Het regelmatig voorvoegsel ''vlegel(s)'' in ''vlegel(s)kop'' is niet in dit lemma opgenomen. Voor de fonetische documentatie van het woord(deel) [vlegel] en [vleger] zie het lemma ''dorsvlegel'' (6.1.8). Zie afbeelding 10, b. [N 14, 3c; JG 1a, 1b; L39, 13a; monogr.; add. uit N 14, 3e en 4]
I-4
|
33113 |
vlegelstok |
geerd:
gērt (Q192p Margraten)
|
De steel van de vlegel die de dorser in de hand houdt. De lengte van de steel "behoort van de kin van dorser tot de grond te reiken" (Goossens, Lic. Verh.), of, naar de zegsman van L 325: "is tweeēneenhalf maal de kop in lengte". Het regelmatig voorvoegsel vlegel(s)- is niet in dit lemma opgenomen. Zie afbeelding 10, a. [Goossens, Lic. Verh.]
I-4
|
34378 |
vleiwoord voor het varken |
kuus:
kyš (Q192p Margraten)
|
[VC 14, 2c v]
I-12
|
24499 |
vlier |
heulenteer:
heuləntêr (Q192p Margraten)
|
vlierboom (sambucus nigra)
III-4-3
|