e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Margraten

Overzicht

Gevonden: 1565
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jak bolero (<fr.): bollero (Margraten), kazavek: kasjevek (Margraten) vrouwenjak, kort jasvormig getailleerd bovenkledingstuk [jak, baskien, bollero, zeelewermer, kasjevek] [N 23 (1964)] III-1-3
jarig zijn jarig zijn: hè is jörig (Margraten), is ... jeurig (Margraten), is ... joärig (Margraten), verjaren: mörgə vərjāōrt ə (Margraten) Hij is in juli jarig, maar de datum ... ik vergeten. [DC 45 (1970)] || Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)] III-3-2
jas: algemeen jas: jas (Margraten) jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)] III-1-3
jasje van het mantelpak jasje: jèske (Margraten) jasje van het mantelpak [N 23 (1964)] III-1-3
jasje van het zwarte pak zwarte jas: zjwarte jas (Margraten) jas van het zwarte pak, vaak kort [N 23 (1964)] III-1-3
jong van een dier klein beestje: klei bieske (Margraten) klein beestje [DC 37 (1964)] III-4-2
jong varken baggen (mv.): bakǝ (Margraten) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge gans gansje: gø̜i̯skǝ (Margraten) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jongen jong: jóng (Margraten) jongen [DC 05 (1937)] III-2-2
jongen met wie een meisje verkering heeft liefste: leefste (Margraten), mens: mīēnsj (Margraten) Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)] III-2-2